Eelke Meinerts [*1732 – † 1810]
Eelke Meinerts werd op 11 december 1732 geboren in de Dôlle, te Westergeest. Hij was een zoon van de vermogende boer, dorpsrechter en ontvanger Meinert Jelles [* 1692 – † 1747] en diens tweede vrouw Japke Eelkes [* 1708 – † 1768].
Eelke Meinerts vestigde zich enkele jaren na zijn huwelijk in 1752 met Lijsbet Martens [* 1738] in Westergeest. Hij was enkele jaren onderwijzer aan de winterschool aan het Tsjerkepaad. Bovendien huurde hij hier ook een boerderij en was hij keuterboer.
Rond 1761 verliet hij Westergeest en vertrok hij naar Lutjewoude. Enkele jaren later was hij boer op Aylva-zathe bij Kollum, waar hij bij een open graf van vier van zijn kinderen moest staan. In die periode was kindersterfte “een plaag erger dan de pest, pokkenepidemieën en andere plagen in Nederland in de 18e en 19e eeuw“.
Tien jaar nadat hij naar de Voorstraat in Kollum verhuisde en kon rentenieren, kwam hij te overlijden op 25 oktober 1810.
Vanwege zijn kennis over en van het oud-Fries stond hij in hoog aanzien bij Willem van Haren en diens echtgenote Cecilia Johanna van Heemstra. Hij kwam veel bij deze mensen over de vloer, op “de Vogelenzang” te Veenklooster.
Eelke Meinerts was niet een groot schrijver. Hij schreef bij gelegenheid veelal Hollandstalige stukken, vaak felicitaties. Zijn grootste werk was een tweedelig bijbels epos “De vernederde en verhoogde Josef” [1778-79].
Wat hem wel bijzonder maakt is dat hij deels ook Friestalig schreef, wat in zijn tijd bijzonder was. Niet voor niets werd er in 1954 een straat naar hem genoemd.
Harmen van Teijens [* 1777 – † 1872]
Tije Durks en Sjeuke Abels op De Triemen kregen op 8 april 1777 een zoon die zij Harmen noemden – Harmen Teijes. Toen Harmen Teijes 19 jaar was volgde hij zijn broer op als onderwijzer aan de winterschool te Westergeest [Tsjerkepaad].
Op 26 november 1797 trouwde Harmen te Westergeest met Tijttje Jeens [of Jans] [*1768]. Samen kregen zij 7 kinderen. In 1811 namen zijn broer, zus en hij zelf met gezin de familienaam Van Teijens aan.
Om rond te kunnen komen nam hij ook andere werkzaamheden op zich, zoals ontvanger van diverse belastingen in Westergeest en dorpsrechter. In 1810 vervielen dit soort bijbaantjes door de Franse overheersing.
Gelukkig kreeg hij van de nieuw benoemde Maire Willem Hendrik van Heemstra de nieuwe rol als veldwachter [dorpwachter] te Westergeest, Oudwoude en Kollumerzwaag aangeboden, náást zijn functie als onderwijzer dat hij zeker tot zijn 75e jaar uitoefende!
Op 2 juli 1846 stierf zijn vrouw na een huwelijk van bijna 49 jaar. Zes jaar later ontving hij de zilveren medaille van de Maatschappij tot ‘t nut van het Algemeen voor zijn langdurige en trouwe werk als onderwijzer.
Hij kreeg per 1 januari 1859 eervol ontslag met ƒ 194 pensioen na een dienstverband van ruim 62 jaar. Hij leeft daarna nog ettelijke jaren in Westergeest, waar hij komt te overlijden op 8 november 1872, 95 jaar oud.
In 1954 kreeg de huidige Harmen van Teijenswei zijn naam – klik voor meer over Harmen van Teijens
Deze post maakt deel uit van de QR-kuier