
“Foto: A3 ballon”. Foto gemaakt vanuit het Oosten. Op de voorgrand meandert het veenriviertje. Rechtsonder het Mounehiem.
Toen rond 1000 na Christus bewoners vanaf de kleigronden zich weer in ons gebied gingen vestigen, trokken ze via diverse beekloopjes of veenriviertjes ons gebied in.
Rondom Westergeest waren toen nog de veenmoerassen die zij met sloten en greppels probeerden te ontwateren. Op die manier werd de grond bruikbaar gemaakt voor de landbouw.
Ten zuiden / oosten van Westergeest stroomt nog steeds zo’n kronkelend beekje dwars door de verkaveling heen richting Âldswemmer. En zelfs verder. Het lijkt niet een belangrijk slootje, maar zeker op Google-earth wordt de omvang en de ‘kracht’ van het meanderende watertje zichtbaar.
Het beekje zou zomaar een belangrijke ontginningsas kunnen zijn geweest waarlangs de mensen vroeger het veenmoeras rondom de zandophoging Westergeest ontgonnen.
Jaren later zou het ook zomaar een belangrijke vaar- en sluiproute kunnen zijn geweest tussen de stad Leeuwarden [dat zich in de negende eeuw had ontwikkeld tot een handelsnederzetting] en de Lauwerszee. Deze route visa versa zou destijds ook via het grondgebied van Dokkum afgelegd kunnen worden. Dokkum lag via het Dokkumer Grootdiep immers aan open zee, maar dat gaf Dokkum een uitermate geschikte kans om [extra] tolgeld te heffen over concurrerend handelsverkeer van en naar Leeuwarden.
Leeuwarden zocht dus naar alternatieven en zou deze gevonden hebben in de route rond Westergeest, omdat de Âldswemmer eveneens vanwege tolheffing te Keatlingwier afviel.
Het handelsverkeer langs deze vaar- en sluiproute zou in de Middeleeuwen een roofridder in de omgeving van Oudwoude/Westergeest op het idee hebben gebracht om op eigen houtje tolgeld te gaan heffen. Volgens Johannes Minnema zou dit iemand uit het geslacht Idema zijn geweest.
De waterloop is in ieder geval oud; het veenriviertje vormt de oude ‘hemrik-grens’ uit de vroege middeleeuwen tussen Westergeest en Oudwoude. Tot het midden van de 13e eeuw waren Oostergo en Westergo 53 verdeeld in kleinere landstreken, die vervolgens weer waren verdeeld in Hemrikken – de oorsprong van de huidige dorpen. De benaming Westergeester-hemrik komt voor in oude dijkboeken van Kollumerland c.a.
Later kwam een nieuwe landsindeling en ontstonden de grietenijen. “Naar wijze wetten en verordeningen […] werden, bij jaarlijksche beurtwisseling” de grietenijen bestuurd door een Grietman en zijn Bijzitters of Regters”.
Onder Napoleon [1811] werd de grietenij Kollumerland onderverdeeld in drie gemeentes [maires]: Kollum, Burum en Westergeest/Oudwoude, wat in 1816 weer werd teruggedraaid. Pas bij de invoering van de Gemeentewet op 5 juli 1851 maakte de oude benaming “Grietenijen” plaats voor “Gemeenten” onder een bestuur van burgemeester en wethouders.
Op oude kaarten staat [het noordoostelijke gedeelte van] deze waterloop genoemd als Nieuwe Vaart, tegenwoordig Nije Feart.
Deze post maakt deel uit van de QR-kuier