hystoblog

Home » 2016 » januari

Maandelijks archief: januari 2016

“Den rooden haan kraaide”.

 

foto Foestrumer Archief

foto Foestrumer Archief

1958/ Bijna zestig jaar geleden. “Den rooden haan kraaide” op Beintemahuis. ‘Kollum’ en ‘Metslawier’ hadden de handen vol. De oplettendheid van één van de aanwezigen redde levens. Want, als “den rooden haan kraait” is het spannend!

Aede van der Beek en Sibbeltje Duinstra [foto Foestrumer Archief]

Aede van der Beek en Sibbeltje Duinstra [foto Foestrumer Archief]

De reade hoanne kraait”. Het is een eeuwenoude uitdrukking. Al in de 15e eeuw in gebruik. Het duidt op brand ! Begin september 1958 brandde de boerderij die bewoond werd door Aede van der Beek [1902 – 1983] af. Aede was in 1929 getrouwd met Sibbeltje Duinstra [1904 – 1982], afkomstig van Wierum. Hij huurde de boerderij van de gebroeders van der Schaaf, Triemen. Als ik het goed heb hadden zij de boerderij net gekocht van S. H. Beintema te Zeist.

Overbuurman Tinus de Boer ontdekte de brand ‘ûnder melkerstiid’. Rond 16:00 uur. In een 16 voer hooi bevattende mijt. Hij ging direct zelf aan de slag met brandblussers, maar dat mocht niet baten. De brandweer van Kollum werd gealarmeerd en kwam met twee ‘spuiten’. De heftige oostenwind wakkerde het vuur aan. Vlammen sloegen over. Grote plukken brandend hooi en stro werden door de felle wind tientallen meters meegevoerd. Richting de woning van G. de Boer. Daarom moest de brandweer ook die woning aandacht geven. Om te voorkomen dat de brand oversloeg. ‘Kollum’ vroeg en kreeg assistentie van de brandweer van Metslawier.

Maar ook de bijschuur van van der Beek vatte vlam. Een oplettende knecht herinnerde zich de vier hokkelingen die daarin stonden. Hij bedacht zich geen moment. Reageerde kordaat en rende naar de deur. Hij kon de vier dieren naar buiten drijven. En redden.

De brandweer bleef de hele nacht nablussen. Het woonhuis werd redelijk behouden. Maar de waterschade zal aanzienlijk zijn geweest. Zwartgeblakerd hout en muren herinnerden aan wat eens een trots en fier bedrijf was.

Een jaar later, op 31 oktober 1959, schrijft de Friese Koerier dat de wederopbouw van de boerderij is gegund aan Kl. De Vos te Veenklooster.

En nu u – weet u meer te vertellen over deze gebeurtenis of over de genoemde mensen? Wilt u dan reageren en ons helpen om onze [dorps]geschiedenis completer te maken?


bronnen o.a.:

Acht rijksdaalders en zes gulden

1909-03-24, Hepkema's Courant

1909-03-24, Hepkema’s Courant

Het begint als een spannend boek. Met een huishoudster, een arbeider, twee overvallers en een revolver. De buit acht rijksdaalders en zes gulden. Plaats delict Wouddijk. Datum zestien maart 1909.

Het gebeurde in de vroege morgen van die 16e maart 1909. S. K. was nog in dienst bij Bouwe Ringnalda. Bouwe was al bezig op het land, toen S. K. naar hem toe kwam. Er waren twee mannen geweest die met een valse sleutel een kast hadden geopend. En daaruit geld hadden meegenomen.

Als ik op zoek ga naar de identiteit van S. K., tekent zich langzaam een vollediger beeld af van de werkelijke gebeurtenis. Maar er blijven ook geheimen bestaan. Weggegleden in de tijd.

Op 21 april 1909 dient de rechtszaak. In Leeuwarden. S. K. blijkt dan de 21-jarige Saeske K. te zijn. Boerenarbeidster te Sijbrandahuis. Uit de zogenoemde ‘rolboeken’ haal ik haar volledige identiteit: Saeske Korporaal.

Seeske Korporaal

Saeske Korporaal werd op 13 mei 1887 geboren in het gezin van Berend Korporaal en Klaaske Kamminga. In het dienstbodenregister staat Kollumerzwaag als haar geboorteplaats. In 1909 was ze nog niet getrouwd. Ze had al wel een zoon. Deze Berend werd geboren op 11 maart 1908. De vader van het kind wordt niet vermeld. Eén van de geheimen die in de nevelen van het verleden verscholen ligt – had ze intimiteit gezocht bij een vorige baas? Hoe dan ook, in mei 1911 trouwde ze met de 22-jarige Jelle Dijkstra. En in 1912 kregen ze een dochter, Klaaske.

Bouwe Ringnalda [11|02|1861 – 12|02|1942] werd geboren te Opeinde. Zijn ouders waren Jetze Bouwes Ringnalda en Grietje Ates Spoelstra. Hij trad op 19 mei 1888 in het huwelijk met Grietje Hooghiem [24|12|1863 – 18|06|1908]. Ik heb [nog] geen kinderen gevonden die in dit Gereformeerde gezin werden geboren.

Het lijkt er op dat Bouwe na het overlijden van Grietje hulp in de huishouding zocht. En op die manier kwam Saeske bij hem over de vloer. Onderzoek naar de diefstal bracht aan het licht dat Saeske het geld zélf had gestolen. Toen Bouwe nog sliep was zij naar zijn slaapkamer geslopen. Daar had ze de sleutel uit zijn broekzak gehaald. De kast in haar kamer geopend en twee portemonnees weggenomen. Daarna had ze de sleutel weer in de broekzak van haar baas terug gestoken. En ging ze weer naar bed. Acht rijksdaalders en zes gulden ‘rijker’.

1909-04-29, Leeuwarder Courant

1909-04-29, Leeuwarder Courant

Voor deze diefstal werd Saeske veroordeeld tot 2 maanden gevangenisstraf.

Nu u? Kunt u dit verhaal aanvullen. Hebt u foto’s die bij deze gebeurtenis passen? Helpt u onze [dorps]geschiedenis completer te maken? Dan kunt u een reactie achterlaten.

Bronnen o.a.:

Pieter Jans Beintema …

foto collectie Graftombe

foto collectie Graftombe

Hij was rond de twintig. Nog minderjarig in die tijd. Telg uit een boerengeslacht. Het buurtschap waar hij woonde droeg en draagt de naam van zijn familie: Beintema. Schaatsen was kennelijk zijn lust en zijn leven. Want zijn naam prijkt hoog en vaak als het om prijzen of premies gaat.

Pieter Jans Beintema. Hij werd geboren op 23 maart 1849. Zijn ouders waren Jan Douwes Beintema [1807 – 1856] en Jantje Wouda [1814 – 1879]. Pieter was een geboren en getogen Westergeastmer. Hij trouwde in mei 1875 met Grietje Jans Banga uit Oostrum. Op 05 mei 1875 stelde notaris Lambert Willem van Kleffens te Metslawier in een notariële akte de huwelijksvoorwaarden vast.

Maar even terug naar zijn schaatsen. Want Pieter Jans nam deel aan meerdere wedstrijden. Via een eenvoudig afvalsysteem streed hij telkens tegen één schaatser. Tot de finale waarin ‘om prijs en premie’ werd geschaatst.

Op 14 januari 1868 organiseerde de Kollumer ijsclub Concordia een “rijderij”. “Vijftig, waaronder bekende hardrijders, dongen naar den prijs”. Pieter Jans Beintema ging met de zogenoemde premie naar huis.

Een jaar later startten in Kollum 64 “flinke rijders”. Op die 2e februari 1869 haalde Pieter Jans de prijs. Op een zeer fraai versierde baan. En onder toeziend oog van “een zeer groot aantal toeschouwers van heinde en verre”.

Dan schrijven we februari 1870. Het was extreem koud. Vanuit Holwerd werd gemeld dat “de correspondentie tusschen hier en Ameland eenige dagen door het ijs gestremd is” [noot 1]. De zeesluizen werden gesloten [noot 2]. In Leeuwarden vond “eene buitengewone uitdeeling van levensmiddelen aan de armen” plaats [noot 3]. Pieter Jans Beintema maakte zich weer op voor een wedstrijd. Zijn naam prijkt op een [nu ingelijst] overzicht. Als één van de deelnemers aan een hardrijderij. Op 21 februari 1870 te Leeuwarden.

In 1871 leverde Pieter Jans een “vinnigen strijd” te Veenwouden. De dooi was al ingetreden toen meer dan 50 mannen van start gingen. De premie van tien gulden viel hem ten deel.

Jaar op jaar kom ik zo zijn naam tegen in kranten. Fier vermeld. Vanwege zijn schaatsen.

1878-04-14, Leeuwarder Courant

1878-04-14, Leeuwarder Courant

Dan wordt het april 1878. En plaatst hijzelf een advertentie. Prijkt zijn naam weer in de kolommen van de Leeuwarder Courant. Hij is vader geworden. Maar in deze “eenigste kennisgeving” ontbreekt de naam van zijn dochter Jantje.

Één laatste gebeurtenis brengt zijn naam terug in de krant. Nadat hij stierf. Op 71-jarige leeftijd op 10 oktober 1920. De rouwadvertentie die op 12 oktober 1920 in de Leeuwarder Courant werd geplaatst, werd op de 13e oktober nog een keer herhaald. In diezelfde krant. Met exact dezelfde korte tekst. Een week later plaatst de weduwe weer een rouwadvertentie. Uitgebreider. “Deze strekt tot kennisgeving aan familie, vrienden en bekenden”. Én toch nog fijntjes “Na een genoegelijke echtvereeniging van ruim 45 jaren”.

Wie was Pieter Jans Beintema wérkelijk?

noten:

  1. – Leeuwarder Courant 13 februari 1870
  2. – Leeuwarder Courant 13 februari 1870
  3. – Leeuwarder Courant 27 februari 1870 

En nu u – weet u meer te vertellen over Pieter Jans Beintema? Of zijn gezin? Hebt u illustratiemateriaal [foto’s]? Reageer dan op deze ‘post’. Help mee en maak onze dorpsgeschiedenis completer.

Bronnen o.a.

Verzuiling ontzuild ?

Ik zoek iets over Willem Zuidema, vader van Pieter Zuidema. geboren 1880. Alvast bedankt.


gezin wordt NHEen merkwaardig fenomeen? In het gezin van Willem Zuidema. Landbouwer / veehouder te Kollumerzwaag? Hij was daar geboren en getogen. Hij stond midden in de gemeenschap. Afgaand op de vele, jaarlijkse grasverkopingen. Maar in welke gemeenschap?

Hij groeide op in een tijd dat Nederland verzuild raakte. Bevolkingsgroepen hadden ieder hun eigen politieke partij. Een eigen kerk of school. Binnen die eigen zuil vond de opvoeding plaats. Met eigen gedachtengoed en inzicht. Onze protestantse omgeving was verdeeld naar Nederlands Hervormden en Gereformeerden. Men kon samen door één deur, maar onderscheid was er.

Een klein voorbeeld. In 1919 besloten de leden van de Christelijke Schoolvereniging Triemen/Westergeest dat, als 1/3 van de leerlingen tot de Gereformeerde gezindte behoorden, “dan ook een onderwijzer van hun richting te benoemen”.

Terug naar Willem Zuidema. Hij werd op 04 januari 1838 geboren in het Nederlands Hervormde gezin van Pieter Zuidema en Grietje de Boer. Op 30 mei 1874 trad hij op 36-jarige leeftijd in het huwelijk met de 23-jarige Fokje Sytsma. Fokje werd ook te Kollumerzwaag geboren op 03 oktober 1850 en groeide op in het gezin van Sytze Klazes Sijtsma en Grietje Jacobs Wadman.

Samen kregen ze drie kinderen:

  1. Grietje, geboren op 21 april 1875
  2. Pieter, geboren op 28 november 1880
  3. Jitske, geboren op 11 oktober 1885

Bij een zoektocht naar informatie viel mijn oog op boven afgebeeld bevolkingsregister. Kolom 11. Of er destijds een schrijffout was gemaakt door de ambtenaar, weet ik niet. Of er in een verzuilende maatschappij discussies zijn geweest, evenmin. Feit is wel dat de Gereformeerde gezindheid in het register met krachtig blauw handschrift is gewijzigd in NH. Nederlands Hervormd. Dat de Nederlands Hervormde [schoon]moeder en zwager bij hen inwoonden is een saillant detail, maar zegt volgens mij niets.

bevolkingsregister met oom Gosse

Froodtje Zuidema - Krol met zoon Hendrik [foto Oud Kollumerzwaag / Gabe Douma]

Froodtje Zuidema – Krol met zoon Hendrik [foto Oud Kollumerzwaag / Gabe Douma]

In een ander register staat het gezin als Nederlands Hervormd geregistreerd. Zoon Pieter staat dan nog als inwonend op adres A80 ingeschreven. Kennelijk woont er dan een ongehuwde oom bij hen in. De Gereformeerde Gosse Zuidema [1842 – 1922],  een broer van vader Willem Zuidema. Het huisnummer dat daarbij vermeld staat lijkt A nummer 80 te zijn. Dat zóu er op kunnen duiden dat dat adres ten Noorden van Westergeest is. Zoon Pieter zijn we daar al eerder tegengekomen. Als boer aan de Weerdebuorsterwei 7/9. Pieter was op 20 mei 1911 getrouwd met Froodtje Krol [05|01|1889 – 17|09|1976]. Voor zover ik kon nagaan kregen ze samen 9 kinderen. Hun laatste kind werd in 1928 levenloos geboren.

ondertekening overlijdensakte Hinke Zuidema [1909]In 1909 overlijdt Hinke Zuidema in “de huizinge Wijk A nummer 94” [ik ga nu even niet in op een eventuele familierelatie]. Volgens goed gebruik deden de buren aangifte van overlijden. Willem Zuidema [oud 71 jaar] en Pieter Beintema [oud 60 jaar, geboren en getogen Wouddijk] deden aangifte …
Willem tekende zoals hiernaast afgebeeld.

Bovendien kwam ik een ‘herinnering’ tegen in de Leeuwarder Courant van 16 december 1975. Een lezer herinnert zich dat ene Jan van Saalen op de zangfeesten van Veenklooster verscheen met zijn liederen. “Dan sliep hij ’s nachts in het hooi bij Willen Zuidema, die onder Westergeest nabij de Ee een boerderij had”. Deze Jan van Saalen zou rond 1917 zijn overleden.

1899-01-04, Leeuwarder Courant

1899-01-04, Leeuwarder Courant

In dat jaar stierf ook Fokje Sytsma. Op 03 mei, 66 jaar oud.

Over zijn periode in Westergeest heb ik nog geen duidelijkheid. Evenmin over zijn bezittingen. Want die had hij kennelijk, ook al huurde hij weiland. In 1899 biedt hij een “flink huis” te Dokkum te huur aan …

Willem Zuidema overleed op 28 maart 1925. De overlijdensakte is dan heel duidelijk. Hij overleed in zijn geboortedorp – Kollumerzwaag. Het feit dat zijn arbeider een advertentie plaatste in de Leeuwarder Courant, tekent mede hoe hij als persoon was.

31-03-1925, Leeuwarder Courant

31-03-1925, Leeuwarder Courant

En u nu? Kunt u deze post aanvullen met verhalen of foto’s. Graag nodig ik dan uit om te reageren.

14112131_10208661787795806_1178308509_n

krantenknipsel 1930, toegezonden door en collectie van Tjisse Peterson

Bronnen o.a.:

Kippenoorlog in de Dôlle

Heine van Assen en Geertje Postma [eigen collectie]

Heine van Assen en Geertje Postma [eigen collectie]

De Rijdende Rechter heeft vaak zijn handen vol aan burenruzies.

Dat dit van alle tijden is, bewijst het waar gebeurde verhaal van 85 jaar geleden (1929) aan de Dôlle bij De Trieme onder Westergeest. Hoofdrolspelers zijn veehouder Jacob Steringa en zijn buurmannen arbeider Auke van Assen en ‘gernierke‘  Heine van Assen.

Jacob Steringa was geboren op 1 februari 1868 onder Westergeest en overleed later op 2 mei 1946 in Triemen; hij was op 16 mei 1903 gehuwd met Jitske van den Berg, afkomstig uit Akkerwoude, en grootvader van in de 2009 overleden Wim Steringa, die vele Triemsters nog wel gekend hebben.

1929-05-23, Leeuwarder Courant

1929-05-23, Leeuwarder Courant

Auke van Assen was geboren op 16 november 1904 in Triemen en overleed op Koninginnedag 1982 in Westergeest. ‘Lytse Auke‘ zoals hij ook wel werd genoemd trouwde in 1932 met Stien Boon uit Oudwoude.

Heine van Assen was geboren op 28 december 1872 in Triemen en overleed later op 20 augustus 1956 aldaar; hij was op 7 november 1896 getrouwd met Geertje Postma van Akkerwoude; hij was een oom van Auke van Assen en de pake van de thans nog op de Dôlle wonende Heine en Haije van Assen.

Het verhaal speelde zich af in het buurtje achterin de Dôlle, waar thans de families Eelke van der Bei, Piet Reitsma en de afgebrande boerderij van de Poelstra`s stond.

Jacob Steringa hield er veel kippen op na, die telkens als ze los waren, op het erf van de buurman Auke van Assen kwamen. De talloze waarschuwingen, om de kippen vast te houden, bleken vruchteloos. Op 27 maart liepen de hennen eens weer op het erf van Auke, die met een grote stok de kippen wilde verjagen. Hij gooide met de stok naar de kippen en eentje werd geraakt en bleef liggen. Later is het dier aan deze mishandeling gestorven.

Buurvrouw Fokje van der Veen was een der getuigen van het voorval. Op de bewuste avond stond ze op de uitkijk, omdat er voor de zoveelste maal ruzie was. Ze zag hoe Auke een stok naar de kippen wierp, en dat er één bleef liggen. Zij verklaarde dat de buren slecht met elkaar overweg konden; dat er altijd ruzie was over de kippen en over het hek, dat de Steringa`s al in 1867 wederrechtelijk aan de weg hadden geplaatst; en dat van Assen het leven van Steringa zo zuur mogelijk maakte.

De volgende getuige was Gerrit van Assen, een broertje van Auke. Hij werd er eerst fijntjes op attent gemaakt, dat een dooie kip geen meineed waard was. Maar hij verklaarde plechtig dat zijn broer geen kip had aangeraakt, maar dat het juist Steringa was die zich op de kip liet vallen en toen met het dode dier z`n huis is ingegaan.

Goaitzen van Assen uit Westergeest, kaasmaker op Hûsternoard, een oudere broer van Auke, die toevallig op bezoek was, verklaarde ook dat Steringa zelf de kip had gedood.

Uit alle verhoren bleek dat er een voortdurende burentwist was en dat men elkaar het leven zo lastig mogelijk probeerde te maken. De Officier van Justitie vond dat er veel plagerij in het spel was door de familie van Assen en dat de hele “kippenquestie” te wijten was aan Auke. Hij eiste 25 gulden boete of 25 dagen gevangenisstraf.  Auke werd uiteindelijk veroordeeld tot 10 dagen op water en brood.

Heine van Assen woonde aan de andere kant van Jacob Steringa. Op 1 april een paar dagen na het vorige voorval, liepen de ongeveer 80 kippen van Steringa weer los en bij hem op het erf. Hij wilde met een knuppel de beesten van zijn ‘hiem’  verjagen en wierp de knuppel naar de hoenders. Een der vogels werd aan de poten geraakt en moest daarna al hinkelende haar weg naar het hoenderhok vervolgen.

Jacob Steringa beschouwde het echter niet als een aprilgrap, en “maakte gewag van” de mishandeling van de kip, zodat dat ook hier de veldwachter werd ingeschakeld. Heine van Assen verklaarde echter, dat hij geen kip geraakt had. “Deze beesten zijn zo wild dat, als ze een der van Assens zien aankomen, ze er al snel vandoor gaan”; en “het gebeurt wel meer, dat die kippen van Steringa kreupel zijn, omdat Steringa veel ruimte om huis heeft, en ze ook bij de buren vrij rondlopen, zodat sommige van die dieren wel kramp in de poten moeten krijgen, dus van mishandeling is hier echt geen sprake”.

De Officier van Justitie achtte echter de kippenmishandeling wel voldoende bewezen. Hij eiste hier 15 gulden boete of 15 dagen hechtenis. Het vonnis werd 10 dagen naar het tuchthuis. Vermoedelijk hebben beiden in 1930 tegelijk hun detentie uitgezeten in de Blokhuispoort te Leeuwarden.

De kippen uit de Dôlle konden nadien weer in alle veiligheid op stok.

Deze ‘post’ is geschreven door Jack Boersma, één van de gastschrijvers». Het werd eerder gepubliceerd in de dorpskrant van De Triemen, Tremyn. Eveneens eerder gepubliceerd in De Sneuper.

Maar ook nu kunt u reageren op deze post. Met aanvullingen of illustraties. Help ons onze [dorps]geschiedenis completer te maken.

Bewogen bestaan

 

1874-02-17, Leeuwarders Courant

1874-02-17, Leeuwarders Courant

De advertentie viel op. Zijn jonge vrouw was overleden. Slechts 23 jaar. Hij bleef achter met drie kleine kinderen. Net nadat ze mogelijk een nieuwe start wilden maken te Zwagerveen …

Heerke Nicolaas Plantenga, geboren op 30 maart 1842 te Metslawier, was op 07 mei 1870 getrouwd met Baukje Lucas Nauta. In Menaldumadeel. Hij was toen meerderjarig. Zij was nog minderjarig. Maar dat had kennelijk een reden. Zeker in die tijd. Baukje was zwanger. En op 01 november 1870 hield de grofsmid van Engelum nieuw leven in zijn handen. Zoon Nicolaas was geboren. De toekomst lag open, hun geluk kon niet op. Zeker niet toen op 26 mei 1872 een tweeling werd geboren; Aebe en Lucas.

Maar een half jaar later keerde het tij. Hun zoon Lucas stierf op 26 november 1872.

Zijn naam werd twee jaar later weer gegeven. Aan de op 15 januari 1874 geboren zoon. Deze Lucas werd twee dagen later aangegeven op het gemeentehuis. Waarom twee dagen later is niet te achterhalen. Mogelijk was het een zeer zware bevalling geweest en werd gevreesd voor levens. Maar dat is een aanname. Feit is wel dat moeder Baukje een maand later kwam te overlijden! In huisnummer 12. De hoefsmid van Zwagerveen stond er alleen voor. Met drie kleine kinderen.

Tot enkele weken later, op 06 april 1874, ook de baby overleed.

Heerke kon niet alleen verder. Hij vond aandacht en genegenheid bij zijn buurvrouw [? – noot 1] Hiske Zijlstra. Ze trouwden op 29 oktober 1874. Hun Sjoukje werd al heel snel geboren op 13 maart 1875. Johannes volgde op 02 mei 1876. Maar ook dit nieuwe geluk stierf in de kiem. Hiske overleed op 07 februari 1878 in huisnummer 11, 34 jaar jong.

Een jaar later vond hij troost, liefde en geluk bij de 41-jarige weduwe Saakje Klijnstra [1838 – 1905]. Ze trouwden op 11 september 1879. Met haar kreeg hij op 02 mei 1880 dochter Minke en op 26 maart 1883 dochter Geertje. Het gezin maakte rond 1890 aanstalten om te verhuizen. Naar Achtkarspelen. Maar daar trof hem het noodlot weer. Zijn vijftien jarige dochter Sjoukje stierf. Op 24 september 1890.

Weer stond hij bij een open graf.

Uiteindelijk verdween Heerke met zijn gezin uit Fryslân. Hij vertrok naar de provincie Groningen. Naar Grootegast. Daar stierf ook zijn vrouw Saakje. Voor de derde maal droeg hij een vrouw ten grave.

Heerke Nicolaas Plantenga. Of Heerke Nicolaas Plantinga. Op 16 februari 1928 overleed hij zelf. Als man wiens naam niet eens éénduidig door de burgerlijke stand werd gespeld. Als een man die werd getekend door het leven. Zoekend naar geluk, liefde en warmte. Een smid met een zeer bewogen bestaan.

  • noot 1 – let op de huisnummering bij overlijden van zijn vrouwen.

En nu u – weet u meer te vertellen over Heerke Plantinga / Plantenga. Of over zijn gezinnen? Dan kunt u reageren op deze post. Om deze geschiedenis ook completer te maken.

Bronnen o.a.: