hystoblog

Home » 2015 » januari

Maandelijks archief: januari 2015

Familia encontrada

vlag_nederland_rechtformaat_4Una especie de ‘ fiebre del oro’. Una abrumadora sensación que se apoderó de mí cuando un muchacho argentino dijo ‘me gusta’ en el grupo de Facebook llamado Foestrum. Lo que me llamó la atención fue su nombre: Sergio Woudwyk. El apellido Woudwijk me llamó la atención porque yo ya había publicado un artículo sobre Dirkje Woudwijk.

Con aquel mismo apellido, me parecía tan curioso que me decidí a mirar su perfil de Facebook. ¿Por qué ese total desconocido estaba interesado en Frisia y había dicho ‘me gusta’ en Foestrum?

Lo que alimentó esta ‘fiebre del oro’ era una fotografía de la infancia de mi suegra Barbera Boorsma en su página de Facebook. Fotografías con su nombre entre las imágenes de ese hombre desconocido, a 11.697 kilómetros de distancia.

Boorsma, Barbera [1]Lo que ocurrió

Sergio Woudwyk nació el 28 de noviembre 1969 y en 2003 recibió la Biblia de su abuelo Antonio Woudwyk, fallecido en 1965. En esa Biblia había una foto de Barbera Boorsma y Sergio inmediatamente se decidió a averiguar quién era Barbera Boorsma y qué había sucedido con ella. Él estaba convencido de que estaban emparentados.

Para recopilar empezaré con Pieter Woudwijk [1846] y Berber Visser [1851 -> 1889]. Se casaron el 15 de mayo de 1875. Y juntos tuvieron nueve hijos nacidos en los Países Bajos.

  • 11|11|1878, Johannes [fallecido muy joven]
  • 20|01|1881, Eelkje [fallecido el 14|06|1947 en Junín, Argentina]
  • 16|03|1882, Johanna
  • 05|05|1883, Wytze
  • 29|03|1885, Johannes [fallecido muy joven]
  • 17|08|1886, Johannes [fallecido muy joven]
  • 17|08|1886, Durk [fallecido muy joven]
  • 19|02|1888, Johannes [fallecido a bordo el 23|05|1889]
  • 23|03|1889, Durkje [fallecido a bordo el 25|05|1889]

No conozco las fechas del fallecimiento de muchos de estos niños pero creo que cuatro de estos ellos fallecieron siendo muy jóvenes. Lo deduzco por el hecho que los padres eligieron cuatro veces el nombre de Johannes y porque en el año 1889 emigraron a Argentina con cinco hijos.

woudwijk, Eelkje PietersPero, como ya se ha escrito en la entrada anterior, Johannes y Durkje fallecieron a bordo durante el trayecto y la familia llegó con sólo tres niños a Argentina: Eelkje, Johanna y Wytze.

Tres años después, en Argentina, nació su décimo hijo:

  • 29|12|1892, Dirkje [fallecida el 17|03|1947]

En noviembre del 1889 otros familiares también emigraron a Argentina: Theunis Johannes Wouwijk [1847] y Gretel Kornelis van der Ploeg [1843]. La pareja se casó el 13 de julio 1876 y tuvo dos hijos en común:

  • 14 | 01 | 1877 Kornelis Teunis [fallecido el 18 de septiembre de 1939, Junín]
  • 23 | 04 | 1882 Sytske [Sytske su hermano gemelo o hermana nació muerto]
  • 18 | 04 | 1884 Engbert [posiblemente fallecido muy joven, porque no está en la lista de los emigrados a Argentina? ]

Además otras personas emigraron con esta familia:

  • Trijntje Dijker [1873] una niña del primer matrimonio de Gretel.
  • Douwe [1879], un niño que todavía no he podido ubicar
  • Leentje, la hermana de Theunis.

Leentje se casó en Argentina pero después de la muerte de su marido regresó a los Países Bajos, concretamente a Westergeest, y se volvió a casar con Hart Hoekstra en 1899.

Una vez en Argentina las familias se encontraron y finalmente Kornelis Teunis Woudwijk [1877] en Eelkje Pieters Woudwijk [1881] se casaron. Kornelis se ganaba la vida como granjero y mecánico de maquinaria agrícola. Él no era un hombre analfabeto ya que hablaba siete idiomas: Frisio, Holandés, Francés, Alemán, Esperanto, Castellano-Español y Danés. Nunca olvidó su tierra natal y cantaba regularmente canciones en frisio.

Por cierto, en Argentina Eelkje Pieters Woudwijk se llamaba Nicacia Pedra Woudwyk.

Juntos Kornelis y Eelkje/Nicacia se establecieron en Argentina y tuvieron hijos. Dos de esos hijos eran Antonio Woudwyk [1903 – 1965] y Margarita Woudwyk “brigadiera” en el Ejército de Salvación.

Lo que hasta ahora sé de Antonio es que tuvo una hija [Hilda] y un hijo [Rubén Osvaldo]. Este hijo, Rubén Osvaldo, es el padre de Sergio, de aquella pequeña familia Woudwyk donde todos murieron jóvenes.

Se da la circunstancia que Dirkje Woudwijk era la hermana menor de la bisabuela de Sergio Woudwyk!

Después del fallecimiento de la tía Hilda en el 2003, Sergio encontró la foto de Barbera Boorsma en el vieja Biblia del abuelo Antonio. Ellos son primos entre sí. Según Sergio, la fotografía fue enviada a Argentina en 1944 junto con una invitación para ir a un bautizo en Frisia. Sergio sospecha que la invitación fue enviada por Dirkje Woudwijk a su hermana e hijo Eelkje/Nicacia Woudwyk y Antonio Woudwyk. Barbera Boorsma es de hecho la hija de Dirkje.

Con la aparición de la foto, Sergio empezó la búsqueda de Barbera. Una búsqueda que terminó a 11.697 kilometros de distancia en el groupo de Facebook Foestrum.

Gracias por la traducción de Laura Villanueva

Een trieste gebeurtenis

1897-06-17, Het nieuws van den dag

Het slachtoffer was Sjoerd van Maasen.

Sjoerd [06|01|1856 – 11|07|1897] woonde in Oudwoude. Hij was op 23 mei 1885 getrouwd met Jitske Westra [10|10|1863 – 21|04|1932].

Maassen, Sjoerd van

Verhuizing zonder te verhuizen

Ik ben momenteel bezig met de geschiedenis van de familie Laverman die langere tijd in Westergeest heeft gewoond. Mijn pake (Anne Laverman, geboren 1902) is afkomstig uit dit gezin. Bij dit onderzoek komen enkele vragen naar boven betreffende de adressen waar ze hebben gewoond.

Het lijkt er op dat Jochum Kornelis Laverman samen met Tjitske Westra na hun trouwen zijn gaan wonen in een “stjelp” aan de Eelke Meinertswei 12. Echter enkele jaren later zie ik in overlijdens akten van kinderen een adres staan: Huizinge Wijk A nr 49.

Ook komt Van Teijenswei 8 als adres voor. Tenslotte overleed Minke Laverman in 1977 in het huis aan de Kertiersreed 6. Het lijkt er op dat broer en zus Kornelis (Kees) en Minke zijn verhuisd naar Van Teijenswei 8 en daarna naar de Kertiersreed.

Wat houdt “Huizinge Wijk A” in? Is dat een soort verpleeghuis of arbeiderswoningrijtje geweest?


Deze vraag kreeg ik via de webmaster van  http://www.westergeest.net/

Het gebruik van huisnummers werd omstreeks 1808 voorgeschreven. Toen bepaalde Napoleon dat ieder gebouw een nummer moest hebben. In de jaren 1816/1817 werd er nog een keer omgenummerd. Na nog wat wijzigingen werd in de periode 1960/1965 de dorpsnummering omgezet in de nummering per straat.

Het is lastig om de oude huisnummering om te zetten naar een huidig adres. Er is niet een overzichtstabel dat daarbij kan helpen en wij moeten het doen met o.a. de gegevens in overlijdensaktes plus de kennis waar de overledene heeft gewoond.

levenloos kindJochum Kornelis Laverman [1855 – 1939] en zijn Tjitske Annes Westra [ 1861 – 1904] gingen na hun huwelijk op 25 mei 1895 mogelijk dus wonen aan de Eelke Meinertswei 12 [1e foto onder – met op de foto mogelijk de familie Adema]. Ik ga er van uit dat daar hun kinderen werden geboren. Op 29 oktober 1896 werd hun eerste kindje geboren; levenloos. In de akte staat vermeld: Huizinge Wijk A nr 49.

Na de geboortes van Menke [1898], Kees [1900], Minke [1901] en Anne [1902] werd op 18 mei 1904 weer een levenloos kindje geboren in “de huizinge wijk A nummer 49”. De gevolgen waren desastreus: moeder Tjitske overleefde dat niet en stierf op 24 augustus 1904, 42 jaar oud in “de huizinge wijk A nummer 49”.

Met “de huizinge wijk A nr. 49” wordt daarom volgens mij het huidige Eelke Meinertswei 12 bedoeld.

Overbuurman Heine Wiebes de Bruin [1861 – 1914] overleed “in de huizinge wijk A nummer 77”, het huidige Eelke Meinertswei 13.

Huizinge Wijk A” betekent dus een woning in het gedeelte van Westergeest dat kadastraal als Wijk A bekend was. Het betreffende nummer is het feitelijke huisnummer.

 

Het gezin ging ook wonen aan de Van Teijenswei 8, maar let op !

Dr. Oebele Vries schrijft in zijn boek Westergeastmer Strjitnammen dat de huidige Kertiersreed pas in 1967 haar naam kreeg. Daarvoor was het een zijtak van de Van Teijenswei. Het gezin ‘verhuisde’ toen dus op papier van de Van Teijenswei 8 naar Kertiersreed 6 – zonder van woning te verwisselen [2e foto onder].

 

Meer informatie over Jochum Kornelis Laverman en Tjitske Annes Westra op http://www.harry-prins.nl/families/familie-laverman/jochum-kornelis-laverman-gezin/

 

Bronnen o.a.:

Een paradijs dat niet bestond.

Ze zocht geluk, ze zocht een paradijs dat niet bestond: Leentje Woudwijk.

Leentje Woudwijk werd op 11 maart 1853 geboren in het gezin van Johannes Theunis Woudwijk en Froukje Engberts Kuipers. Zij trouwde op 29 juni 1882 met Auke Postma en samen kregen ze al snel vier kinderen:

  • 26|04|1883 – Johannes
  • 09|12|1884 – Willem
  • 08|09|1886 – Gertje
  • 28|01|1888 – Theunis

Verdere gegevens over deze kinderen heb ik nog niet kunnen vinden, mede ook vanwege emigratie naar Argentinië. Want Leentje zijn wij al eerder tegengekomen in de post “familie gevonden”. De Braziliaanse regering subsidieerde toen voor de volle 100 % de overtocht naar het nieuwe land [Wet van 3 november 1887].

De namen van de kinderen heb ik niet op de emigratie-overzichten teruggevonden; hoe het hen is vergaan weet ik niet. Wat Willem betreft lijkt het er op dat hij jong is overleden. Want na de emigratie krijgen Leentje en Auke in Argentinië hun vijfde kind met dezelfde naam:

  • 11|04|1891 – Willem, overleden op 19|03|1982

Argentijnse ambtenaren “hielpen” de nieuwkomers door hen te laten tekenen voor arbeidscontracten bij grootgrondbezitters […]. Het arbeidsbureau, het “Oficina de Trabajo” verstrekte gratis treinkaartjes. Landeigenaren gaven voedsel en andere levensbehoeften op krediet en verrekenden dit tijdens de oogsttijd. Nederlandse immigranten tekenden dergelijke kontrakten zonder de kleine Spaanse lettertjes te kunnen lezen. Menigeen werd hierdoor slachtoffer, in het bijzonder wanneer de landeigenaren zich niet aan hun deel van de overeenkomst hielden.

Nederlandse landarbeiders bewerkten in het binnenland het ruwe land aldaar “als slaven”, van zonsopgang tot ondergang onder het regime van nietsontziende voormannen en met ontoereikend voedsel. Vlees, mais en suiker ging nog wel maar melk, kaas, groenten en fruit was beneden peil. De grote lappen vlees en iets dat in de verte wat weg had van scheepsbeschuit maakten geen deel uit van het gangbare Nederlandse menu en dit leidde tot darmstoornissen, in het bijzonder bij de kinderen.

De mensen woonden in armzalige hutten gemaakt van modder tot het moment dat ze een eigen huis konden bouwen. Een kerkleider van de Gereformeerde gemeente in Buenos Aires merkte over de gevolgen op: “Vanwege ziekte, honger en armoede stierf een derde van de kolonisten”. In een bepaalde kerkelijke gemeente overleden ongeveer 100 personen, met name jongelui, binnen enkele maanden na hun aankomst. Deze gemeente claimde dat sommige families slechts overleefden door hun dochters tegen betaling aan te bieden aan de voormannen op de ranches ..” [http://www.erfskipterpdoarpen.nl/histories/Nederlands/Argentinie/RobertPSchwierenga.htm]

1899-12-03, Nieuwsblad van het Noorden [1]Het waren ongetwijfeld ook zware jaren voor Auke en Leentje. Het waren misschien wel de redenen dat Leentje uiteindelijk weer in Kollumerland opduikt, evenals haar jongste zoon Willem die op 15 april 1916 in Kollum trouwde met Riemkje Bouwstra [1884 – 1974].

Toen Leentje te Westergeest haar intrek nam bij Hart Hoekstra, bloeide in eerste instantie de liefde tussen hen op en een huwelijk werd overwogen.

Uit de omstandigheden blijkt dan dat Auke Postma in Argentinië is overleden. Het wachten op de officiële papieren duurde lang – kennelijk te lang voor Hart Hoekstra, die Leentje aan de kant wilde schuiven. Een huwelijk leek er even niet meer in te zitten maar Westergeest kwam voor Leentje op. Hart werd onthaald met ‘ketelmuziek’ en ging overstag; ze maakten de gang naar het gemeentehuis en op 16 december 1899 trouwde Leentje met Hart Hoekstra.

Hart Hoekstra overleed in Westergeest op 9 september 1925. Leentje Woudwijk overleed op 29 september 1943 in Burum, 90 jaar oud.

 

Bronnen:

 

foute foto’s

Vlak na het verschijnen van mijn boek ‘FOESTRUM’ bleek dat ik tijdens mijn zoektocht naar illustratiemateriaal op het verkeerde been ben gezet door deze prachtige afbeelding met de vermelding ’t Dorp Westergeest.

De betreffende tekening was onderdeel van een hele serie die rond 1791 werd gemaakt door Jan Bulthuis [1750 – 1801] een Nederlandse tekenaar en schilder die zich had toegelegd op het tekenen van stads- en dorpsgezichten. Hij maakte de tekeningen voor de “Tegenwoordigen staat der Vereenigde Nederlanden“, waarvan Carel Frederik Bendorp [1763 – 1814] de gravures verzorgde.

Op de één of andere manier werden de dorpsgezichten van Roordahuizum en Westergeest kennelijk verwisseld en kwam er een foute foto boven de onderschriften terecht.

TRESOAR verwoord het in haar collectie heel treffend door naast de afbeelding van Westergeest te vermelden ’t dorp Westergeest, vermeld als Roordahuizum. Naast de afbeelding van Roordahuizum wordt het op dezelfde manier opgelost.

2 foto’s

J.J.-Dijkstra+J.E.-van-kleffensTwee foto’s – twee dramatische jaren moeten dan nog komen.

Op de beide foto’s staan Jacob Jacobs Dijkstra [* 14|09|1837] en zijn vrouw Jantje Eelkes van Kleffens [* 29|11|1836]. De toekomst lacht hen nog toe als zij op 06 juli 1863 in het huwelijk treden. De jaren daarna kan hun geluk niet op. Ze krijgen zes kinderen:

  • 1864 – Jantje
  • 1865 – Jacob
  • 1868 – Akke
  • 1870 – Eelke
  • 1872 – Iefke
  • 1874 – Janke

Het noodlot sloeg voor het eerst toe toen in 1867 een levenloos kind werd geboren.

In november 1887 werd de bodem onder het bestaan van vader Jacob weggeslagen. Op 7 november 1887 komt zijn vrouw te overlijden – twintig dagen later stierf zijn twaalf-jarig dochtertje Janke op 27 november 1887. Treffend en ontroerend schrijft hij in de advertentie “Heden trof ons weêr een zware slag …”.

Het verhaal gaat dat hij deze beide klappen nooit te boven is gekomen. Twee jaar later, op 30 november 1889, stierf hijzelf de verdrinkingsdood.

Bron en meer over de stamboom van Jacob Jacobs Dijkstra op http://ferline.nl/wp/portfolio/genealogie/

één spinnewiel landelijk nieuws

1896-05-04, de Telegraaf - het spinnewiel

De Telegraaf, 05-04-1896

Heel Nederland werd in het voorjaar van 1896 geïnformeerd over de verkoop van een spinnewiel. Meerdere kranten maken er melding van in hun redactionele kolommen1909 - friezin aan spinnewiel.

De verkoper was een boer uit Westergeest. Een korte vraag aan het Rijksmuseum zou wellicht meer informatie kunnen opleveren, maar drs. Bas Nederveen kon in de database geen aanwijzing vinden dat het Rijksmuseum in 1896 een spinnewiel heeft gekocht.

Er zijn wel spinnewielen in de collectie, maar deze zijn eerder of later aan de collectie toegevoegd en komen niet uit Westergeest/Kollumerland◥ /Leeuwarden.

Het zou kunnen dat het Rijksmuseum het spinnewiel destijds heeft aangekocht ter aankleding van één van de stijlkamers, zonder dat het stuk is toegevoegd aan de collectie.

De naam van de verkopende boer uit Westergeest blijft helaas onbekend. Evenals trouwens de dame die rond 1909 op bijgaande ansichtkaart staat afgebeeld als de Friezin aan ’t spinnewiel.

Misschien kunt u meer vertellen over deze verkoop? Reageer dan op deze ‘post’ en help onze dorpsgeschiedenis completer te maken.

bronnen:

  • drs. Bas Nederveen, informatiespecialist, afdeling Collectie Informatie Rijksmuseum
  • De Telegraaf, 04-05-1869