hystoblog

Home » 2020 » december

Maandelijks archief: december 2020

De ondertrouwkaart [2]

[eigen collectie]

De ondertrouwkaart van Folkert J. Hiemstra en Romkje Bijma. Deze kaart riep bij mij de vraag op wie dit zijn geweest. En daarom plaatste ik de kaart op Facebook. Gevolgd door een reactie.

Folkert Jans Hiemstra was een zoon van Jan Hiemstra en Leentje Bosch. Hij is geboren op 05 april 1919 te Kooten en daar ook overleden op 09 maart 1955.

Romkje Bijma was een dochter van Iete Bijma en Sytske Praamstra. Zij is geboren op 08 april 1894 in Jistrum [Eestrum]. Romkje overleed op 14 november 1975 te Kootstertille. Daar ligt zij ook begraven. Met haar man.

In het archief van Folkert Hiemstra zat ook een ondertrouwkaart» van Bouke Bijma en Minke Nicolai. Bouke was een volle neef van Romkje.

Heb jij foto’s of aanvullingen in tekst bij deze post? Reageer dan en help mee om dit verhaal completer te maken.

bron:

20 lentes: Wilhelmina Huisman

  • geboren op 13 april 1890 te Leeuwarden
  • overleden op 22 juli 1910 te Oudwoude [Veenklooster]

Wilhelmina [Minne of Mina] Huisman [collectie Tjisse Peterson]

Een prachtige jonge vrouw van rond de twintig. Mooi en stijlvol gekleed heeft ze zichzelf op de foto laten zetten. Misschien wel omdat haar relatie een vastere vorm kreeg. Een soort verlovingsfoto, dus.

Het is  Wilhelmina Huisman. Geboren op 13 april 1890 te Leeuwarden. Ze was de dochter van Andries Huisman en de Duitse Hermine Johanne Stolle. De niet zo grote, maar brede Andries was huisknecht en voerman/koetsier op Fogelsangh State te Veenklooster. Bij baron Van Heemstra. Ze woonden in de boswachterswoning vlak bij Fogelsangh State, kadastraal gezien in Oudwoude, [volgens mij] “huizinge 151“. Als hij met de koets door door Zwagerveen/Kollumerzaag reed, liep er vaak een koetsbediende naast de koets. Een zogenoemde ‘palfrenier’.

Leeuwarder courant, 05 februari 1898

De in Beetsterzwaag geboren Andries Huisman was 24 jaar toen hij op 08 februari 1873 in het huwelijk trad met de 22-jarige hoogzwangere dienstmeid Hermine Johanne Stolle, geboren in Osternburg [Duitsland]. Mogelijk waren haar ouders daar niet bij aanwezig. In de huwelijksacte staat: “En hebben de comparanten tot dat einde aan ons overlegd […] eenen acte van toestemming tot het aangaan van dit huwelijk van de ouders der bruid, met een tractaat uit het Hoogduitsch”.

Wilhelmina [of Minne, Mina] was hun vierde kind op rij. De eerste vier kinderen werden in Oudwoude geboren.

  1. Aaltje, geboren op 21 maart 1873.
  2. Herman, geboren op 15 januari 1875.
  3. Annie, geboren op 29 maart 1877.
  4. Jouke, geboren op 31 juli 1879.
  5. Wilhelmina, geboren op 13 april 1890.

De man met wie Wilhelmina een relatie had, was sergeant 9e Regiment Infanterie IJtzen Steenstra. Een lange statige jongeman. Beroepsmilitair en daarom staat er in de Akte Militieregisters 1909 achter zijn naam dat hij per 30 december 1908 is “vrijgesteld wegens eigen dienst”.

IJtzen Steenstra, oom van mijn grootvader Ybele Steenstra».

IJtzen was een zoon van Jan Roelofs Steenstra [1852 – 1918] en Wemeltje Dijkstra [1858 – 1942]». Hij werd te Westergeest geboren op 07 oktober 1889 en stierf op 29 december 1967 te Voorburg. Zijn naam staat bijgeschreven in de rouwadvertentie van Wilhelmina – wat volgens mij ook duidt op een vaste relatie.

Ja, rouwadvertentie van Wilhelmina. Want het noodlot sloeg inderdaad snel toe. Nadat de foto was gemaakt kreeg Wilhelmina een longontsteking.  Ze zou nooit meer beter worden en overleed op 22 juli 1910, 20 lentes jong. Te Oudwoude, in “huizinge 151”.

Als IJtzen Steenstra bijna 15 jaar later in het huwelijk treed met de 31-jarige Maria Elisabeth van de Hoek, is hij 1e luitenant Infanterie en woont hij in ’s Gravenhage. Als kapitein werd hem in de jaren ’30 van de vorige eeuw eervol ontslag verleend.

Heb jij foto’s of aanvullingen in tekst bij deze post? Reageer dan en help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken.

Bronnen:

De kerk

Over de kerk van Westergeest is veel te vertellen. Zoveel zelfs dat het waarschijnlijk een te lange ‘post’ wordt. Daarom een globaal verhaal – maar [langzaam maar zeker] met veel onderliggende verwijzingen die dieper op een bepaald detail ingaan.


ansichtkaart kerk Westergeest [eigen collectie]

Alleen al de bakstenenmuren vertellen een boeiend verhaal van deze eeuwenoude kerk, die vanaf 1200 in drie fasen werd gebouwd. In Romaanse of rondbogen stijl. En – kenmerkend – met het koor in het oostelijk deel en de toren aan de westelijk deel. Dat westelijk deel met de toren is ook het oudst. Waarschijnlijk gebouwd door de monniken uit de Bonifatiusabdij te Dokkum. In dat deel lopen grote rondbogen door tot de grond. Daarboven, aan de noordzijde, een spaarveld gedenkt met rondboogfries. Wat ook bij de ronde koorsluiting terug komt.

De huidige hoogte van de kerktoren» toren valt op en is in verhouding vrij laag. Tot 1807 was de toren twee roeden [ongeveer 8 meter] hoger en voorzien van een zadeldak.

In de zuidmuur zijn meerdere, grotere ramen te zien om zodoende de zonnewarmte in de kerk te krijgen.

Het verhaal gaat … dat de vrouwen toen aan de noordzijde van de kerk zaten en zodoende de warme zonnestralen opvingen. De mannen namen apart plaats aan de zuidzijde van de kerk. Een traditie die in sommige kerkelijke gezindten nog terug te vinden is.

Het lijkt er op dat de kerk vroeger een zogeheten kruiskerk was – een zeldzaamheid in Fryslân. De beide grote openingen die ooit toegang hebben gegeven tot de verdwenen kleine zijbeuken, werden tijdens de restauratie tussen 1954 – 1957 dichtgelaten met kleine steen. Onder architect ir. Johannes Jacobus Margarethus [Jo] Vegter [1906 – 1982] kreeg de kerk toen weer iets van haar oude glorie terug. Vegter zelf stond toen op het punt om rijksbouwmeester te worden [1958 – 1971].

In de jaren zestig van de vorige eeuw werden meerdere graven geopend die, volgens het grafregister, nog nooit eerder geopend waren. Op een diepte van 1.30 meter werden op elkaar gemetselde stenen gevonden. Oude Friese moppen wat kan duiden op kleine zijbeuken.

De kerk heeft nog twee deuren in gebruik. In het westelijk deel zijn zowel de zuiddeur als ook de noorddeur open. De beide duren werd eind e middeleeuwen gebruikt voor onder andere processies.

Het verhaal gaat … dat de Deense stadhouder Omund [± 673] de noordelijke deuren laag liet bouwen. Vandaar ook dat deze deuren wel ‘noormannenpoortjes’ [Fries: Noardsk doarke] of ‘duivelsdeur’ werden genoemd. Als de kerkgangers dan via die deur de kerk verlieten, moesten ze deze buigend naar het noorden verlaten…

In het oostelijk deel zijn in de zowel de noordmuur als ook de zuidmuur hagioskopen te vinden. Ook wel ‘leproazerútsjes’ genoemd. Lang werd gedacht dar zieken door deze openingen de mis konden bekijken – vandaar ook de naam ‘leproazerútsjes’. Maar kunsthistoricus-archeoloog Pieter Glazema [1899 – 1983] [1] dacht er sakraments- of reliekvensters in te zien, waardoor de sakramenten of relieken van buiten te zien waren.

Hoewel er in eerdere tijden twee kerkklokken in de toren hebben gehangen, kreeg de kerk in 1857 een nieuwe klok. Dat was nodig want …

… het verhaal gaat … dat de oude kerkklok door de boze uit de toren was gehaald en in de Drie Dollen is gegooid. Bij slecht weer en gunstige windrichting moeten de klok nog wel te horen zijn ….

Bijna honderd jaar later werd ook die klok in 1943 uit de toren getakeld door hamsterende nazi’s. De huidige kerkklok» dateert van november 1949, en galmt nog twee keer daags over het dorp: om negen uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds.

Bronnen:

  • [010-004] stencil – de kerk van Westergeest
  • Bouwkunst in Kollumerland, drs. P. Karstkarel
  • Kollumerland, mr. A. J. Andreae
  • De Historie gaat door Eigen Dorp
  • Encyclopedie van Friesland
  • Wikipedia
  • erfgoedkollumerland.nl

[1] Pieter Glazema was directeur van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Hij studeerde kunstgeschiedenis, archeologie en filosofie en promoveerde te Amsterdam op “Gewijde Plaatsen in Friesland” [1948]