hystoblog

Home » Articles posted by ybele

Auteursarchief: ybele

Jelle de Graaf, een Westergeastmer ?

Op een mooie zomerdag maakten wij een fietstocht via Augsbuurt. En besloten we een kijkje te nemen bij het kerkje. Daarbij viel de hierboven afgebeelde grafsteen op. Ik werd nieuwsgierig naar wie deze Jelle was.

foto's

Jelle de Graaf werd geboren op 06 februari 1871. Te Westergeest staat er op de grafsteen. Maar zijn ouders Meindert en Lutske de Graaf – de Vries woonden op 6 februari 1871 te Kollumerzwaag. In de geboorteakte van Jelle staat over zijn vader: “Meindert de Graaf, oud negenendertig jaren, van beroep arbeider, wonende te Kollumerzwaag”.

Ook in andere officiële stukken staat duidelijk vermeld dat Jelle in Kollumerzwaag werd geboren. Zoals in het bevolkingsregister [Kollumerland, Kollumerzwaag, 1860 – 1880] waarin staat dat het gezin is ingeschreven in ‘huizinge 166’. Met de duidelijk vermelding dat Jelle te Kollumerzwaag werd geboren.

De link tussen ‘huizinge 166’ en Kollumerzwaag komt helder naar voren in de overlijdensakte van moeder Lutske [1882] waarin staat dat ze te Kollumerzwaag is overleden in ‘huizinge nummer een honderd zes en zestig’.

De 75-jarige landbouwer Jelle van der Kooi en de 62-jarige landbouwer Pieter Bleeker, ‘beiden wonende te Kollumerzwaag’ deden aangifte van overlijden [burenplicht of afmelden» ?]

En, toen in 1928 aangifte van overlijden van Jelle de Graaf werd gedaan, schreef de ‘Ambtenaar van de Burgerlijken Stand’ in de akte Kollumerzwaag als geboorteplaats van Jelle.

Kortom, het kan niet missen. Het gezin van Meindert de Graaf woonde in 1871 vrijwel zeker te Kollumerzwaag. Merkwaardig dus dat op de grafsteen van Jelle Westergeest staat vermeld als geboorteplaats.

Jelle werd boerenknecht in Augsbuurt. Daar zou zijn hele leven veranderen. Want hij kreeg omgang met Aukje de Vries [1864 – 1936], de dochter van een buurman waar Jelle werkte. Op 5 maart 1892 trad de 21-jarige Jelle in het huwelijk met de 27-jarige Aukje.

Hun huwelijksakte geeft nog wat bijzonderheden prijs.

Aukje is een meerderjarige dochter van landbouwer / arbeider Jan Hijlkes Westra [1823 – 1906]. Hij geeft toestemming tot het huwelijk – moeder Menke Wobbes Reitsma [1826 – 1867] is dan al overleden.

De 21-jarige Jelle werd in die tijd als minderjarige zoon betiteld. Zijn beide ouders waren al overleden, “zoomede de grootvaders van vaders- en moederszijde”. Dat betekende dat zijn 83-jarige grootmoeder Janke Fokkes Postma [1808 – 1894] uit Westergeest toestemming tot dit huwelijk gaf. Beppe Janke heeft de huwelijksakte niet ondertekend: “verklarende de grootmoeder des bruidegoms niet te kunnen schrijven”.

Janke Postma was getrouwd geweest met Folkert Meinderts de Graaf [1801 – 1867]. Zij overleed op 20 oktober 1894 in “huizinge Wijk A nummer Tweeënnegentig”. Janke en werd 87 jaar oud. Meer over de nummering van woningen in Westergeest op de pagina Huisnummering»

Voor zover bekend kregen ze samen zes kinderen:

  • Meindert Jelles, 30 mei 1892 – 18 februari 1974
  • Jan Jelles, 20 februari 1894 – 31 mei 1973
  • Minke, 8 december 1895 – 7 april 1977
  • Lutske, 11 augustus 1898 – 12 december 1981
  • Hylke Jelles, 29 januari 1901 – 15 maart 1966
  • Folkert Jelles, 25 november 1903 – 19 april 1977

Weet u n.a.v. deze post hier meer over te vertellen? Help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

Bronnen:

Keatlingwier 4 – Keatlingwierster state

Keatlingwier 4

Keatlingwier 4

Vanuit Westergeest over de brug van Keatlingwier rechts, bijna met de achterzijde tegen de Âldswemmer aan, stond de boerderij van Jan J. Loonstra [04-02-1894 – 13-12-1962] en IJbeltje Loonstra – de Boer [04-06-1896 – 11-02-1972]. Het staat er niet meer. In 1966 ging alles in vlammen op.

Keatlingwier en de Loonstra’s – om even duidelijk te krijgen hoe Jan J. Loonstra in deze familie zit, even een overzichtje:

  • Jan J. Loonstra werd geboren in het gezin van Jacob Loonstra [1857 – 1954] en Ytje Sijes van der Veen [1855 – 1937]. Zijn broer was Sije Loonstra [18-12-1882 – 09-10-1971].
  • Jacob Loonstra werd geboren in het gezin van Date Loonstra [1821 – 1891] en Lysbert de Bree [1828 – 1874]. Zijn broers waren Kornelis [1864 – 1918] en Roelof [1868 – 1941].
  • Date Loonstra werd geboren in het gezin van Date [1793 – 1833] en Antje Dantuma [1795 – 1896].
  • Date Loonstra werd geboren in het gezin van Date Dates [1764 – 1808] en Jeike Hessels [1768 – 1838]

Jan J. Loonstra trad op 17 mei 1919 in het huwelijk met Ybeltje de Boer “oud tweeëntwintig jaren, geboren te Westergeest, van beroep dienstbode, wonende te Kollum, meerderjarige natuurlijke, niet erkende dochter van Romkje de Boer, overleden”.

Ybeltje werd te Westergeest geboren op 04 juni 1896. Arbeider Sierk de Boer doet aangifte van deze geboorte, verklarende “dat op den vierden dezer maand des voormiddags ten elf ure, te Westergeest in zijne tegenwoordigheid een kind van het vrouwelijk geslacht is geboren uit Romkje de Boer, zonder beroep aldaar, en zulks buiten huwelijk”. Ik denk dat hier de vader van Romkje, Sierk Binnes de Boer [geboren op 16-11-1837] aangifte deed van de geboorte van zijn kleindochter Ybeltje …

Leeuwarder courant, 30 november 1965

Leeuwarder courant, 30 november 1965

Eén van de zonen van Jan en Ybeltje werd naar pake Sierk de Boer vernoemd. Deze zoon Sierk Loonstra woonde later op de boerderij Keatlingwier 4. Met zijn vrouw Geertje van den Donk. Tot die laatste dinsdag van november 1965. Het leek en normale dag te worden. Jan had een aantal biggen onder een warmtelamp gezet en zou de beesten overbrengen naar een ander hok. Toen hij de schuurdeur opende stond hij oog in oog met het vuur, dat al aan de nok reikte. Halsoverkop werd geprobeerd de koeien te redden, maar dat lukte al niet meer. Zes koeien en vier hokkelingen vonden de dood in de vuurzee.

De brandweer was snel te plaatse, maar kon niets meer redden. Het was een strijd tegen vuur én storm. Ze konden alleen nog maar nablussen. Elf uur ’s avonds pas was de brand meester.

Slechts twee zeugen met biggen konden worden gered – voor de rest ging vrijwel alles verloren. Sierk en Geertje stonden letterlijk op straat met hun drie kinderen. Ze vonden tijdelijk onderdak bij moeder Ybeltje in Oudwoude.

Weet u n.a.v. deze post hier meer over te vertellen? Help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

Bronnen:

Jan Brouwer, skeakelfisker

Jan Brouwer - 1966, Zwemmer bij Westergeest [collectie Foekje Brouwer]

Jan Brouwer – 1966, Zwemmer bij Westergeest [collectie Foekje van der Kooi – Brouwer]

Jan werd geboren op 24 augustus 1903. Hij werd visser en was daarom altijd druk met zijn fuiken en  netten. Die hing hij over de waslijn om te drogen, de katoenen fuiken van voor de oorlog taande hij in de carboleum. Als hij niet met de netten bezig was ‘makke hy de fisk wol ta’ of was hij in de vrije natuur te vinden. Eieren zoeken, mollen, hermelijntjes en bunzingen vangen: het was zijn lust en zijn leven.
Hij trouwde met Aukje van der Bij [1908 – 1981].

In 1936 betrok hij een woonschip en lag z’n gezin afgemeerd tegenover de zogenaamde Amerikaanse
boerderij in de Wijgeest. Hij zal daarom ook Jan Roelofs Steenstra» gekend hebben die daar een huisje van zijn boer kreeg.

Het was daar prima viswater. Met name in het voorjaar en in het najaar ving Jan veel paling – met 1000 pond paling in één nacht als uitschieter. Enkele jaren later raakte hij zijn visrechten daar kwijt: hij had te laag ingeschreven bij een nieuwe pachtinschrijving.

Het schip waar hij met zijn gezin in woonde was lek en er werd om veiligheidsredenen met boot en al verkast naar een sloot bij de Bûnte Hûn. Het mocht niet baten; de eerstvolgende herfst stond het water letterlijk op de vloer. Het kon zo niet langer en Jan kocht in 1938 een bouwterrein van Ebele Klaver. De huurhuizen waren destijds schaars, de huurprijzen waren hoog, dus werd er een nieuwe woning gebouwd op wat nu Eelke Meinertswei 32 is [voorheen Westergeest 43].

Tijdens de oorlog vistte Jan met een schakelnet [skeakelje] op alle zoetwatervis. Met ‘skeakelfiskjen’ werd een driewandig visnet gebruikt waarmee smalle wateren over de gehele breedte werden afzet. Het was een net “mei driuwkoarken boppe oan en leadkralen ûnder oan it net, oan de boaiem ta“.

Het waren voornamelijk vaste, particuliere klanten die zijn vis kochten – snoek, snoekbaars en blei. De paling verkocht Jan veelal aan de groothandel.
Ook na de oorlog ging de handel op die manier nog even door, maar langzaam maar zeker kwam de klad er in en moest Jan er een baantje bij hebben.

Nog lange tijd bleef Jan op paling vissen en had hij zijn vaste stek bij ‘juffrouw Pietje Bosgraaf’, Eelke Meinertswei 1, tot hij in 1972 de kloet liet liggen – te vaak werden zijn fuiken vernield of gelicht.

Jan kwam te overlijden op 31 maart 1990. Hij ligt te Kollumerzwaag begraven.

Weet u n.a.v. deze post hier meer over te vertellen? Help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

Bron:

  • Foekje van der Kooi – Brouwer
  • Foestrum
  • Friesch Woordenboek, Waling Dijkstra
  • http://www.ensie.nl

Het geheime laadje [1]

Ze bestaan nog, de verborgen schatten. Zo nu en dan wordt op verschillende manieren waardevol materiaal gevonden. Dat hoeft niet altijd goud te zijn. Ook het materiaal dat enkele jaren geleden in een geheime lade werd aangetroffen is van waarde. Het kwam tevoorschijn toen een antieke kast werd gerepareerd bij De Slag in Beetsterzwaag. Vrijwel direct werd de link gelegd met de families Kloosterman en Blom uit Westergeest.

Erkenningskaart

Eén van de prachtige documenten die uit het geheime laadje tevoorschijn kwam, is hierboven afgebeeld. Het is een zogenoemde erkenningskaart. Precies tussen de roestende nietjes door zien we een foto van Rinze Blom.

Rinze werd op 01 oktober 1871 te Harkema-Opeinde geboren in het gezin van Wiebe P. Blom en Trientsje R. van Houten. Hij was 25 jaar toen hij op 22 mei 1897 in het huwelijk trad met de negen jaar oudere Westergeastmer Teatske van der Schaaf [1863 – 1939].

Rinze stond in het bevolkingsregister [Kollumerland, Dienstboden 1890 – 1900] als dienstbode ingeschreven in de gemeente Kollumerland.

Het geluk lachtte hen toe toen op 23 april 1898 hun eerste kind werd geboren. Een dochter, die de naam Akke kreeg. Akke Blom zou later trouwen met Rudmer Kloosterman.

Hun tweede dochter Trientje stierf op 18 oktober 1900, enkele maanden na haar geboorte. In de daaropvolgende zomer werd zoon Wiebe geboren op 01 juli 1901. Maar Wiebe stierf enkele jaren later op 23 februari 1907. Rinze, Teatske en Akke bleven alleen achter in woning Westergeest A 15.

Dat woningnummer zien we ook vermeld in het bevolkingsregister [Kollumerland, Westergeest, 1800 – 1900]. Huizingenummer A-15 [Kalkhúswei?] is met blauwe potlood bijgeschreven nadat het eerdere huizingenummer A-14 met diezelfde blauwe potlood was doorgehaald. Ook de kerkelijke gezindte van arbeider Rinze, die tot dan Gereformeerd was, is doorgehaald en vervangen door “NH” – Nederlands Hervormd.  Zijn vrouw Teetske en dochter Akke stonden al als NH ingeschreven.

In het bevolkingsregister [Kollumerland, Westergeest, 1910 – 1920] wordt vermeld dat Rinze voerman was. Het huizingenummer is meerdere malen gewijzigd.

Het gebruik van huisnummers werd omstreeks 1808 voorgeschreven. Toen bepaalde Napoleon dat ieder gebouw een nummer moest hebben. In de jaren 1816/1817 werd er nog een keer omgenummerd. Na nog wat wijzigingen werd in de periode 1960/1965 de dorpsnummering omgezet in de nummering per straat. Lees meer op de pagina Huisnummering»

De Gezinskaart Kollumerland [1920 – 1937] geeft ook aan dat Rinze voerman was. Hij was per 12 juli 1929 vanuit Achtkarspelen naar Westergeest gekomen, waar verschillende huizingenummers achter zijn naam staan: B255 [doorgehaald], 31 [doorgehaald], A 51 [lijkt mij Eelke Meinertswei ?]. Akke staat niet meer op de kaart bijgeschreven.

Diezelfde gezinskaart geeft per 10 juni 1925 het vertrek aan naar Dantumadeel. In Westergeest woonden Rinze en Teatske toen in huizinge B20 [doorgehaald, lijkt mij een woning aan de Kalkhúswei ?] en A 84.

In juli 1900 moest Rinze in Leeuwarden voor de rechter verschijnen en kreeg hij 7 dagen gevangenisstraf opgelegd. Enkele weken eerder had hij dorpsgenoot Halbe Halbesma een bloedneus geslagen omdat Halbe zonder toestemming over zijn erf reed. Rinze ontkende dat hij had geslagen.

Leeuwarder courant, 11 juli 1900

Leeuwarder courant, 11 juli 1900

Weet u n.a.v. deze post hier meer over te vertellen? Help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

Bronnen:

“huizinge nommer eenendertig a te Westergeest”

Mijn betovergrootvader is geboren in Kollum (of onder Kollum – weet jij de betekenis van ‘onder’?). Bij zijn vader (Henne Haijes de Vries (1793-1847) staat vermeld dat hij geboren en gestorven is in Westergeest. Ik denk niet dat hij zijn leven hele leven daar heeft gewoond. In de overlijdensakte van zijn eerste vrouw staat dat zij overleden is in nommer 30 Wijk D onder Kollum. Een van de kinderen overlijdt in huizing 28 Wijk D. In de overlijdensakte van HH staat dat hij in huisnr. 31a te Westergeest is overleden. Weet jij waar huisnummer 31a was?


huizinge 31aHenne Haijes de Vries werd geboren in het gezin van Haye Hennes de Vries en Hiltje Oenzes Veenstra. Hij werd geboren voordat dat in een burgerlijke stand werd bijgehouden, maar zijn huwelijksakte meldt dat hij “onder Westergeest” zijn eerste levenslicht zag.

Die huwelijksakte is van 28 maart 1820, toen hij op 26-jarige leeftijd trouwde met de 15-jarige Froukje Jacobs van der Bijl, dochter van Jacob Meinderts van der Bijl en Vroukje Luitjens.

Het begrip “onder Westergeest’ of “onder Kollum” lezen we vaker. Ik denk dat het een afkortende vorm is van ‘onder de klokslag van Westergeest”. Klokslag betekent dan het rechtsgebied van stad of dorp, buiten de eigenlijke stads- en dorpskern.

Samen kregen ze

  • 14-03-1821, Haye
  • 13-02-1823, Jacob
  • 26-05-1825, Luitjen
  • 30-08-1827, Auke
  • 09-02-1830, Trijntje
  • 02-09-1833, Douwe

Op 27 augustus 1835 kwam aan al hun geluk een triest einde toen moeder en boerin Froukje “onder Kollum” kwam te overlijden.

Landbouwer Henne de Vries bleef achter met kleine kinderen en trad al snel in het huwelijk met Akke Egberts de Vries [1802 – 1881]. Met haar kreeg hij als eerste een dochter die werd vernoemd naar zijn eerste vrouw:

  • 30-05-1839, Froukje
  • 30-11-1840, Egbert

Egbert werd nog “onder Kollum” geboren, maar toen koopman Henne de Vries op 20 juni 1847 wam te overlijden, werd in de overlijdensakte vermeld dat hij koopman te Westergeest was. Hij stierf in “huizinge nommer eenendertig a te Westergeest”. De 50-jarige timmerman Haike Jans Mellema en de 26-jarige Gauke Harmens Zijlstra verzorgen het zogenoemde ‘afmelden’».

Nu is er sinds de invoering van de huisnummering veel gewijzigd. Dat maakt een één-op-één vertaalslag naar een huidig adres lastig. Langzaam maar zeker probeer ik wel een beeld te krijgen van de huisnummering in het kadastrale gebied van Westergeest. En dat gebied is groter dan het huidige dorp» – of dat gelijk op gaat met “de klokslag” is mij niet duidelijk.

Wat ik niet helder krijg is de connectie tussen Henne de Vries en “huizinge 31a”. Want toen de driejarige zoon van timmerman Haike Jans Mellema, Pieter Haikes, overleed op 24 januari 1848 werd in zijn overlijdensakte ook “de huizing nommer eenendertig a te Westergeest” vermeld – het kan toch haast niet anders of dat is dezelfde woning als waarin koopman Hinne H. de Vries een half jaar eerder stierf?

Als ik naar de HISGIS-gegevens kijk, zie ik in 1832 het Huis en Erf van timmerman Haije Jans Mellema op wat nu Foarwei 10, 9298 JL Kollumerzwaag is: mogelijk dus “huizinge 31a”.

Bronnen:

Weet u n.a.v. deze post hier meer over te vertellen? Help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

Jantje Jozefs Zwarts: It sil dyn wiif mar wêze!

Jouke Dantuma schreef op 08 januari 2023 ondergaand artikel op facebook. Met toestemming overgenomen.

De woning links is Trekwei 1 en op de voorgrond Trekwei 3

De woning links is Trekwei 1 en op de voorgrond Trekwei 3

Afgelopen week kreeg ik via ons redactielid Auke Postma een krantenberichtje uit 1900 onder ogen dat mijn nieuwsgierigheid wekte. Een inwoonster van Driesum werd bij verstek veroordeeld tot een boete van 5 gulden voor smaad en laster. Wat was er aan de hand? Harm Visser, een bejaarde visser van 80 jaar, werd voortdurend lastig gevallen door Jantje Z. te Driesum. Zij schold hem bij herhaling uit: ‘Smeerlap, deugniet’ riep zij hem toe. Ybele Steenstra heeft in zijn hystoblog in 2020 al zijdelings aandacht aan dit krantenartikel gewijd». Maar Theo Delfstra stuurde mij gisteren nog veel meer informatie over Jantje Zwarts, hoofdrolspeelsters in dit verhaal.

Jantje Zwarts is geboren op 23 oktober 1848 in Driesum. Haar geboortehuis stond tussen Eastwâld 1 (Bert en Sonja Zijlstra) en Eastwâld 3 (fam. Meerstra). Zij was de dochter van visser Jozef Franzes Zwarts en Grietje Pieters van Zuijlen. Ze had drie zusters, Baukje, Grietje en Dina en een broer Franciscus Antonius Zwarts. In haar geboortejaar liet heit Jozef een nieuwe woning bouwen op een perceel weiland dat aan de Zwemmer lag en onder het buurtschap Keatlingwier ressorteerde. Deze woning stond ten oosten van de Trekfeart bij de Lange Brêge’. Dit viel dus onder het dorp Westergeest.
De familie Zwarts kwam uit Duitsland. Pake Franciscus Antonius Stevens(zoon) Zwarts kwam van Wolbeck, toenmalig Pruissen. Hij was een Duitse soldaat die deserteerde en vluchtte naar Fryslân en via de familie Van Sytzama in Driezum belandde. Hij koos al snel voor het vrije beroep als visser en heeft in een aak die in de Zwemmer lag tot op hoge leeftijd gewoond. In Driezum werd hij Frans genoemd en Schwarz wijzigde in Zwarts. De bekendste afstammeling van deze Frans Zwarts is de dorpsfiguur Klaas van Nammen sr. en ‘dy koe him ek goed mei de mûle rêde’.
Leeuwarder courant 21 april 1890

Leeuwarder courant 21 april 1890

Jantje Zwarts trouwde in 1875 met arbeider Klaas Folkerts Delfstra. In dat jaar wordt een levenloos dochtertje geboren. Op 1 juli 1883 werd Klaas benoemd als peilwaarnemer bij de Langebrug en vestigden de Delfstra’s zich in de woning Trekwei 1. Daarnaast was Klaas wasser en ontvanger bij de cichoreifabriek van Gerben Meijer, die in Eastwâld aan de Trekfeart stond.

Of Klaas veel geluk heeft gevonden in zijn huwelijk valt te betwijfelen. Tien jaar voordat zijn vrouw was beboet met 5 gulden voor smaad en laster, haalde Jantje ook al de Leeuwarder Courant. Klaas had namelijk een advertentie geplaatst waarin hij de lezers opriep om niets te lenen of te borgen aan zijn vrouw. Daar voegde hij aan toe dat hij niets zou betalen. Ook doet hij in 1888 aangifte dat er ’diefstal ten zijnen huizen van verschillende goederen’ is gedaan ‘als: een gouden oorijzer met smallen beugel, gouden halsslot zonder koralen, benevens eenige kleedingstukken’. ‘De diefstal zou zijn gepleegd op den 1sten dezer maand, ongeveer 6 uur, bij zijne afwezigheid en tijdens dat zijne vrouw de koeien drinken gaf op stal in een bij hun huis staand hok’. Zou zijn vrouw Jantje de dief zijn geweest???
In 1904 verhuisden Klaas en zijn vrouw Jantje naar Eastwâld 18. Dit was toen een tsjerkepleats. Zij huurden een klein deel van deze boerderij waar nu Durk Postma woont. Jantje overleed daar op 7 februari 1927 en Klaas volgde haar twee jaar later. Hij overleed in Talma Rustoord in Dantumawoude.
Heit Jozef Zwarts verkocht de woning aan de Zwemmer aan de firma W. en A. Visser Zonen te Heeg. Dit waren zeehandelaren/palingvissers die de woning verhuurden aan o.a. Durk Postma de oerpake van ons redactielid Auke Postma. In 1955 is deze woning afgebrand.
De woning aan de Trekwei 1 kent een veel langere geschiedenis. In 1839 liet Rinze Wijbes Damstra deze woning bouwen. Hij verkocht voor 1848 de woning aan wegwerker Bokke Pieters Fennema (Vennema). A762 (95 ca): was vroeger A2. Huis 1835 gesticht door Renze Wijbes Damstra, die het perceel in 1847 verkoopt aan wegwerker Bokke Pieters Vennema (legger 1176), wegwerker, eigenaar. Erven Bokke Vennema verkopen de woning in 1883 aan Tjallings Minnes Wiersma. Deze verkoopt de woning in 1887 aan Klaas Delfstra. Andere eigenaren zijn molenaarsknecht Jetze Kok uit Stroobos, koemelker Pieter Sjoerds van der Ploeg, arbeider Lieuwe van der Kooi uit Augustinusga, arbeider Auke Jacobs Zijlstra. Die verkoopt de woning in 1922 Teade Steenstra. In 1964 wordt Jacob Auke Spoelstra eigenaar van deze woning die gesloopt wordt en een nieuwe woning bouwt.
Met dank aan Jantsje Wiersma voor een aantal foto’s.

tekst: Jouke Dantuma, één van de gastschrijver».

Jelte de Haan

Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op Hem gevestigd. [Klaagliederen 3 vers 24]

005-001, grafsteen fam. J. de Haan

uit archief Folkert Hiemstra

uit archief Folkert Hiemstra

De bijbeltekst op de grafsteen van Jelte de Haan [1885 – 1977] komt indringender over als we kijken naar de rouwadvertenties die hij in 1944 plaatste. Het gezin van Jelte woonde toen in Twijzelerheide [aan It Heideloantsje]. De advertenties komen uit het archief van Folkert Hiemstra».

Jelte de Haan was op 16 april 1904 als 19-jarige getrouwd met de 20-jarige Lijsbert Brouwer. Al snel kwam hun eerstgeborende ter op 27 augustus 1904. Hij kreeg de naam Hendrik, vernoemd naar de vader van Jelte. De moeder van Lijsbert werd twee jaar later vernoemd toen hun tweede kind Tjitske werd geboren op 2e Kerstdag 1906.

Na Dirk [1908], Grietje [1910] en Binne [1912] werd Etje in december 1918 geboren. Maar Etje mocht slechts vijf dagen oud worden – zij stierf op 2e Kerstdag 1918, de verjaardag van haar zus Tjitske.

Zes jaar later raakte Lijsbert weer zwanger en werd op 18 oktober 1924 weer een dochter geboren die ze weer Etje hebben genoemd. Toen deze dochter in 1944 op 19-jarige leeftijd stierf schreef Jelte boven de overlijdensadvertentie “Beware de Heere ons voor opstand […]”. Een advertentie die letterlijk onder de overlijdensadvertentie staat van zijn 34-jarige dochter Grietje [1910 – 1944]. Geplaatst twee weken nadat hij aan het open graf van zijn vrouw Lijsbert Brouwer [09-06-1883 – 29-02-1944] moest staan. En afscheid van háár moest nemen.

Toen Nederland in 1945 het feest van de bevrijding vierde zal Jelte des te meer het gemis van zijn vrouw en dochters hebben gevoeld.

Maar nog was het niet voorbij. Begin november 1951 verongelukte zijn 34-jarige zoon met zijn dienstauto in Franeker. De vertegenwoordiger Harmen de Haan [1917 – 1951] werd slechts 34 jaar. Bijna tien jaar later overleed op 46-jarige leeftijd zoon Foppe [1914 – 1961].

Op 15 april 1977 kwam Jelte zelf te overlijden. Hij werd 92 jaar oud.

Weet u meer over Jelte de Haan of zijn gezin? Help mee om onze geschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

Bronnen:

  • www.allefriezen.nl
  • Franeker courant, 09-11-1951
  • Nieuwsblad van Noord-oost Friesland, 11-01-1961
  • Tjisse Peterson

Triemsterloane 3, Triemen

Is er ook een oude foto van de rond 1950 afgebrande boerderij Triemsterloane 3, Triemen?


detail artikel Friese Koerier, 01-06-1954

detail artikel Friese Koerier, 01-06-1954

Een uitdaging die ik enkele maanden geleden kreeg, maar tot op dit moment heb ik nog geen foto kunnen achterhalen.

De boerderij die wordt bedoeld is die van de familie Lieuwe D. Kloosterman. Van die bewuste brand in 1954 werd melding gedaan in meerdere kranten. Het werd beschreven als een boerderijbrand aan de “Langelaan onder Triemen bij Kollum” [Nieuwsblad van het Noorden] of “Lange Leane in de Triemen” [Leeuwarder Courant en de Friese courier in bijgaande berichtje].

De kranten hebben het dan nog bij het rechte eind. Want pas enkele maanden later zal de gemeente Kollumerland c.a. op 22 juli 1954 alle straatnamen formeel vaststellen. Wat in de volksmond nog Lange Loane genoemd wordt is volgens mij toen formeel Triemsterloane geworden.

Dat vaststellen van formele straatnamen moest trouwens wel, omdat de gemeenteraad van Kollumerland c.a. in september 1953 het besluit had genomen tot een straatsgewijze huisnummering in de hele gemeente.

Lieuwe D. Kloosterman en zijn vrouw Trijntje Visser

Lieuwe D. Kloosterman en zijn vrouw Trijntje Visser

Affijn – terug naar wat nu Triemsterloane 3 is.

In mei 1954 genoten van het voorjaarszonnetje. Ze zaten voor het huis op de bank. Het theewater werd aan de kook gebracht op een gasstel. Maar toen Trijntje thee zou gaan zetten, ontdekte ze brand in de keuken. De snel aanwezige brandweer kon niks meer doen – het boerderijtje brandde tot de grond toe af.

Lieuwe werd geboren op 4 november 1889 te Veenklooster in het gezin van David Gerrits  en Trijntje Lieuwes Kloosterman – van der Wal. Op 23 mei 1914 trad hij in het huwelijk met de in Oudwoude geboren dochter van Lieuwe Visser en Reintje Bosgraaf. Zijn bruid Trijntje was geboren op 18 oktober 1892.

Lieuwe Davids Kloosterman was enige tijd ook bestuurslid van de begrafenisvereniging ‘de Laatste Eer’. Later werd hij secretaris. En zal hij verantwoordelijk zijn geweest voor het schrijven van de notulen. De verslagen van de bestuursvergaderingen. Plus het bewaren, “archiveren”, daarvan.

Die begrafenisvereniging werd zo’n honderd jaar geleden, rond 1923, opgericht. Als reactie op de zogenoemde burenplicht»: tijdens de begrafenis droegen de naaste buren de kist met de overledene en was één van hen de bode. Met een verplichte hoge zwarte hoed, die kennelijk ook rouleerde. Een hoed die niet iedere bode pastte, met alle gevolgen van dien..

Het verhaal gaat dat sommige boeren niet [meer] met de burenplicht wilden meewerken en sommige overlijdensberichten werden overijld en in haast ‘afgewerkt’. Soms werd de  afmelding» , aangifte van overlijden, gedaan met de werkkleding nog aan.

Op en rond de boerderijen ontstond zodoende langzaam maar zeker het idee om een begrafenis anders aan te pakken. Al met al bracht dat in 1923 een aantal inwoners van Westergeest en Triemen bij elkaar om over het oprichten van een begrafenisvereniging te praten. Hoe en wat er toen allemaal exact gebeurde en besproken is, is niet meer te achterhalen. De [handgeschreven] notulenboeken van de vereniging zijn zo’n 30 jaar na oprichting vernietigd tijdens de brand bij secretaris Lieuwe Davids Kloosterman op de Triemen.

Lieuwe Davids Kloosterman en zijn vrouw Trijntje Lieuwes Visser kregen volgens mij vier kinderen:

  • Reintje [1915 – 1999]
  • David [1917 – 1940]
  • Trijntje [1926 – 2020]
  • Lieuwe [‘Joeke’] [1933 – 1991]

Zoon David is de enige militair uit Kollumerland c.a. die in mei 1940 sneuvelde tijdens de gevechten met nazi-Duitsland. Hij was enkele maanden daarvoor, als lid van de Staf van 1-17 Regimant Artillerie, gevoegd bij de Staf 1 – 28 Regiment Infanterie welke was gelegerd te Dubbeldam [villa Amstelwijck]. Van deze groep kwamen zeven man om het leven. Waaronder dus ook korporaal David Kloosterman.

Zijn lichaam werd op 27 mei door zijn vader Lieuwe Kloosterman opgehaald. Enkele dagen later kon hij zijn zoon begraven op de begraafplaats te Kollumerzwaag.

Heb jij ook zo’n soort vraag? Of heb jij aanvullingen in welke vorm dan ook bij deze post en kun jij dit verhaal completer maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

woning Alle Westerhof [*1892]

Ik ben op zoek naar waar mijn familie vroeger gewoond heeft in Westergeest – Alle Westerhof was op 15 mei 1926 getrouwd met Baukje Broersma”.

Met die vraag begint weer een interessante zoektocht.

Alle Westerhof werd op 11 juni 1892 geboren in het gezin van Binne Westerhof en Ytje Vaatstra. Zijn 27-jarige bruid werd op 09 februari 1899 geboren in het gezin van Arjen Broersma en Antje de Graaf. Beiden werden geboren in Westergeest, maar zoals al eerder geschreven liggen die kaarten toch niet zo gemakkelijk! Want is Westergeest altijd Westergeest

Immers, tot rond 1941 werden de inwoners van de Triemen, Zwagerveen, Hanenburg en Zandbulten tot Westergeastmers gerekend. Een vermelding over “wonende in Westergeest” voor die datum kan dus ook betekenen ‘wonende te Zwagerveen’. Of Triemen, Hanenburg of Zandbulten ..

Uit de bevolkingsregisters van de gemeente Kollumerland c.a. blijkt al snel dat Alle lange tijd bij zijn ouders inwoonde. Huizinge B91, staat er van 1880 tot na 1910 achter het gezin genoemd. En ondertussen weet ik uit ervaring dat wijk nummer B niet in het huidige dorp Westergeest te vinden is, maar in het zuidelijke deel van kadastraal Westergeest.

Maar daarmee kon ik niet [vrij] exact een huidige woning of locatie duiden. Ook mijn zoektocht via het zogenoemde afmelden» leverde geen concrete informatie op.

Tot ik een geweldige bron in mijn schoot geworpen kreeg. Gabe Douma plaatste in november 2021 een oude, getekende plattegrond van Zandbulten. Janke Elzinga – Bosma reageerde daarop: “Dit kaartje is gemaakt en hoort bij een boekwerkje over vroegere bewoners en huisjes, hutjes op Sânbulten zoals het er in ong. 1880 uitzag!”. Daarna kon ik de puzzel oplossen, dankzij de snelle medewerking van Janke Elzinga – Bosma.

Om alles goed te kunnen duiden eerst een kort overzichtje:

  • Alle Westerhof [1892] was dus een zoon van Binne [1853] en Ytje Westerhof – Vaatstra.
  • Binne Westerhof [1853] was een zoon van Alle Binnes en Pietje Harms Westerhof – Zijlstra.

Op het kaartje zijn de woningen genummerd. Schrijver van het bijbehorende boekje ‘Sânbulten foarhinne’, B. Dijkstra, verteld [vrij vertaald uit de oorspronkelijk Friese tekst]: “Wij komen nu bij huis nummer 52. Ik weet daar niet zo veel van anders dan dat ik denk dat het gebouwd is door Ale Westerhof. Ik meen dat zijn zoon Binne ons ooit vertelde dat zijn vader en moeder Alle en Pietje daar zijn komen wonen toen Binne drie jaar oud was. Vader Alle overleed als vrij snel daarna. De weduwe bleef er wonen met Binne tot diens huwelijk. De woning zou volgens Binne ongeveer 90 jaar oud zijn.”

Dijkstra schreef zijn verhaal tijdens de oorlog, in 1943. De woning zou dus rond 1853 gebouwd zijn. Zoon Binne was in 1856 drie jaar. Ergens in die drie jaren kwam het gezin hier dus wonen.

En zodoende is de locatie van huizinge B91, de woning waar Alle Westerhof [1892] woonde, vrij exact aan te wijzen – ook al staat die woning er niet meer.

Huizinge B91

Heb jij ook zo’n soort vraag? Of heb jij aanvullingen in welke vorm dan ook bij deze post? Reageer dan en help mee om dit verhaal completer te maken.

Bronnen:

  • ‘Sânbulten foarhinne’, B. Dijkstra, voorjaar 1943
  • facebookpagina Oud Kollumerzwaag en Veenklooster
  • Janke Elzinga – Bosma
  • http://www.allefriezen.nl

Gerrit Merkus

Van de openbare school in Westergeest naar de christelijke school in Triemen – 1924

Openbare lagere school [collectie rtvnof]

Openbare lagere school [collectie rtvnof]

Tijdens de schooltijd van vader Gerrit Merkus was er in Westergeest alleen een openbare lagere school. Daar leert Heit in de 5e klas bij de rekenles breuken. Breuken vindt Heit niet moeilijk, eerder gemakkelijk en mede daardoor maakt hij zonder problemen de overstap naar de 6e klas. Een poosje later maakt een vriend ook zonder moeite diezelfde overstap. Het volgende voorjaar – het schooljaar loopt dan nog van april tot april – heeft Heit in 5 jaar tijds 6 klassen doorlopen. Wanneer Heit daarna in de 7e klas zit is er ‘herrie’ in het dorp om de scholen, schrijft Heit in zijn schoolherinneringen, zonder daar nader op in te gaan. Veel kinderen, ook vader Merkus, vertrekken dan van de openbare school in Westergeest naar de christelijke school in Triemen. Daar komt Heit ook weer in de 7e klas. Hij blijft daar tot hij op 1 april 1925 ingeschreven wordt op de CNS-school voor ULO in Kollum waar hij na afloop van het 1e kwartaal van de derde klas in september 1927 vertrekt naar de christelijke kweekschool in Dokkum.

Eind 1923 krijgt het gemeentebestuur van Kollumerland c.a. twee adressen te behandelen van  ingezetenen van Oude openbare lagere school in Westergeest over de plaatselijke openbare school. Het ene adres vraagt omzetting van die school in een christelijke school, het andere adres wil de openbare school behouden. Een raadscommissie moet duidelijkheid verschaffen over het aantal leerlingen dat mogelijk vertrekt en het aantal dat daarna overblijft. De commissie rapporteert dat zeker 17 leerlingen zullen blijven, misschien nog een paar meer. Voorstanders van christelijk onderwijs komen niet verder dan 8 à 12 resterende leerlingen. Absolute zekerheid is echter niet te geven omdat sommige ouders op beide lijsten ingetekend hebben en soms ook nog per briefje verklaren voorstander te zijn van openbaar- dan wel christelijk onderwijs. Pake J. Merkus – in het verslag J. Merkens genoemd – verklaart voorstander te zijn van christelijke onderwijs.

Na een paar heftige vergaderingen, in aanwezigheid van veel vóór- en tegenstanders, besluit de gemeenteraad op 20 december 1923 onder grote belangstelling van de regionale en zelfs landelijke pers, met 7 stemmen vóór en 5 stemmen tegen de openbare school niet op te heffen.

Het gevolg is dat vader Merkus per 1 april 1924 samen met een groep kinderen uit Westergeest overgaat van de openbare school in Westergeest naar de christelijke CNS-school in Triemen. De grotere afstand van de ouderlijke woning naar de school in Triemen zal geen probleem geweest zijn voor een 12-jarige jongen en de kosten spelen ook niet (meer) mee vanwege de gelijkstelling van het christelijk onderwijs met het openbare onderwijs door de L.O. wet 1921. De latere keuze voor een opleiding voor onderwijzer op de christelijke kweekschool in Dokkum lijkt bij de overstap naar de christelijke school in Triemen niet aan de orde geweest te zijn.

In de plaatselijke actie voor christelijk onderwijs heeft mogelijk de plaatselijke hervormde gemeente met haar predikant ds. Johannes Douwes Politiek (van 1880 – 1920), tevens voorzitter van de christelijke school in Triemen, ook een rol gespeeld in de overgang van deze groep kinderen.

In de tweede helft van de 19e eeuw heeft het Friese reveil en de Vereniging Vrienden van de Waarheid veel aanhang in Friesland. Deze orthodoxe stroming beijvert zich voor de gereformeerde leer in de kerk en voor christelijk onderwijs. Dat is niet alleen in Friesland het geval maar in het hele land. In 1878 tekenen veel voorstanders van christelijk onderwijs het Volkspetitionnement. In de gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland doet dit M. Merkus en in Dantumadeel D. J. Merkus (Doetje Jans), J. J. Merkus (Jacob Jans), en H. J. Merkus Harmen Jans). De laatstgenoemde is de vader van Pake Jan Harmens Merkus die in december 1923 voorstander is van christelijk onderwijs in Westergeest, Doetje is een zus en Jacob een broer van Harmen Jans Merkus.

Eind 19e eeuw zijn veel christelijke scholen opgericht ook in de omgeving van Westergeest. Zo wordt op 27 april 1884 in Oudwoude een vergadering belegd o.l.v. de (hervormde) predikant van Westergeest en Oudwoude ds. Joh. P. Politiek D. zn. Voorstanders van een christelijke school brengen dan ruim ƒ 2200 bijeen uit eigen kring en ruim ƒ 2000 van medestanders elders, terwijl bestuursleden het aanvullen tot voor ruim ƒ 6800 een eigen school met onderwijzerswoning gebouwd kan worden. Zo komt er een christelijke (CNS) school in Triemen. Op 20 september 1884 kan voorzitter ds. J. Politiek met Psalm 126:3 bij de eerstesteenlegging zijn grote dankbaarheid uitspreken. Op 19 mei 1885 volgt reeds de opening met als sprekers ds. J. Ph. van der Land uit Rotterdam en ds. Ploos van Amstel uit Reitsum. De leerkrachten van het eerste uur zijn W. Veldman, hoofdonderwijzer en S. Jepma uit Ee, hulponderwijzer. Later wordt B. Migchelbrink hoofdonderwijzer die in 1928 zijn 40-jarig jubileum viert.

In die begintijd zijn er trouwens ook interne spanningen in orthodoxe kerkelijke kring. Sommige predikanten en gemeenteleden menen met de Doleantie-beweging niet langer de reglementen van de Hervormde kerk te kunnen accepteren. Anderen met dezelfde opvatting kunnen niet met de kerk breken. Dit komt in Kollum tot een breekpunt wanneer orthodoxe ringpredikanten een vacaturebuurt op 6 maart 1887 niet wensen te vervullen in de plaatselijke liberale hervormde gemeente. Een verzoek van deze ringpredikanten aan de ringvergadering van de classis Dokkum om dispensatie wordt door de praetor van de ring, ds. J. Politiek uit Westergeest niet eens in stemming gebracht…

Met dank aan Ybele Steenstra, historicus van Westergeest met informatie uit Nieuwsblad van Friesland, Hepkema’s krant, Nieuwsblad van Friesland en Algemeen Handelsblad van eind december 1923 en De Doleantie, van Dr. J. C. Rullmann (blz. 102).

Ermelo, 3 februari 2022 Harm Pierik, één van de gastschrijvers».

Naschrift – in 2018 kwamen Harm Pierik en ik met elkaar in contact vanwege ditzelfde onderwerp. Naar aanleiding van dat contact plaatste ik de post Op de valreep».