hystoblog

Home » Posts tagged 'kollumerzwaag'

Tagarchief: kollumerzwaag

Jelle de Graaf, een Westergeastmer ?

Op een mooie zomerdag maakten wij een fietstocht via Augsbuurt. En besloten we een kijkje te nemen bij het kerkje. Daarbij viel de hierboven afgebeelde grafsteen op. Ik werd nieuwsgierig naar wie deze Jelle was.

foto's

Jelle de Graaf werd geboren op 06 februari 1871. Te Westergeest staat er op de grafsteen. Maar zijn ouders Meindert en Lutske de Graaf – de Vries woonden op 6 februari 1871 te Kollumerzwaag. In de geboorteakte van Jelle staat over zijn vader: “Meindert de Graaf, oud negenendertig jaren, van beroep arbeider, wonende te Kollumerzwaag”.

Ook in andere officiële stukken staat duidelijk vermeld dat Jelle in Kollumerzwaag werd geboren. Zoals in het bevolkingsregister [Kollumerland, Kollumerzwaag, 1860 – 1880] waarin staat dat het gezin is ingeschreven in ‘huizinge 166’. Met de duidelijk vermelding dat Jelle te Kollumerzwaag werd geboren.

De link tussen ‘huizinge 166’ en Kollumerzwaag komt helder naar voren in de overlijdensakte van moeder Lutske [1882] waarin staat dat ze te Kollumerzwaag is overleden in ‘huizinge nummer een honderd zes en zestig’.

De 75-jarige landbouwer Jelle van der Kooi en de 62-jarige landbouwer Pieter Bleeker, ‘beiden wonende te Kollumerzwaag’ deden aangifte van overlijden [burenplicht of afmelden» ?]

En, toen in 1928 aangifte van overlijden van Jelle de Graaf werd gedaan, schreef de ‘Ambtenaar van de Burgerlijken Stand’ in de akte Kollumerzwaag als geboorteplaats van Jelle.

Kortom, het kan niet missen. Het gezin van Meindert de Graaf woonde in 1871 vrijwel zeker te Kollumerzwaag. Merkwaardig dus dat op de grafsteen van Jelle Westergeest staat vermeld als geboorteplaats.

Jelle werd boerenknecht in Augsbuurt. Daar zou zijn hele leven veranderen. Want hij kreeg omgang met Aukje de Vries [1864 – 1936], de dochter van een buurman waar Jelle werkte. Op 5 maart 1892 trad de 21-jarige Jelle in het huwelijk met de 27-jarige Aukje.

Hun huwelijksakte geeft nog wat bijzonderheden prijs.

Aukje is een meerderjarige dochter van landbouwer / arbeider Jan Hijlkes Westra [1823 – 1906]. Hij geeft toestemming tot het huwelijk – moeder Menke Wobbes Reitsma [1826 – 1867] is dan al overleden.

De 21-jarige Jelle werd in die tijd als minderjarige zoon betiteld. Zijn beide ouders waren al overleden, “zoomede de grootvaders van vaders- en moederszijde”. Dat betekende dat zijn 83-jarige grootmoeder Janke Fokkes Postma [1808 – 1894] uit Westergeest toestemming tot dit huwelijk gaf. Beppe Janke heeft de huwelijksakte niet ondertekend: “verklarende de grootmoeder des bruidegoms niet te kunnen schrijven”.

Janke Postma was getrouwd geweest met Folkert Meinderts de Graaf [1801 – 1867]. Zij overleed op 20 oktober 1894 in “huizinge Wijk A nummer Tweeënnegentig”. Janke en werd 87 jaar oud. Meer over de nummering van woningen in Westergeest op de pagina Huisnummering»

Voor zover bekend kregen ze samen zes kinderen:

  • Meindert Jelles, 30 mei 1892 – 18 februari 1974
  • Jan Jelles, 20 februari 1894 – 31 mei 1973
  • Minke, 8 december 1895 – 7 april 1977
  • Lutske, 11 augustus 1898 – 12 december 1981
  • Hylke Jelles, 29 januari 1901 – 15 maart 1966
  • Folkert Jelles, 25 november 1903 – 19 april 1977

Weet u n.a.v. deze post hier meer over te vertellen? Help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

Bronnen:

“huizinge nommer eenendertig a te Westergeest”

Mijn betovergrootvader is geboren in Kollum (of onder Kollum – weet jij de betekenis van ‘onder’?). Bij zijn vader (Henne Haijes de Vries (1793-1847) staat vermeld dat hij geboren en gestorven is in Westergeest. Ik denk niet dat hij zijn leven hele leven daar heeft gewoond. In de overlijdensakte van zijn eerste vrouw staat dat zij overleden is in nommer 30 Wijk D onder Kollum. Een van de kinderen overlijdt in huizing 28 Wijk D. In de overlijdensakte van HH staat dat hij in huisnr. 31a te Westergeest is overleden. Weet jij waar huisnummer 31a was?


huizinge 31aHenne Haijes de Vries werd geboren in het gezin van Haye Hennes de Vries en Hiltje Oenzes Veenstra. Hij werd geboren voordat dat in een burgerlijke stand werd bijgehouden, maar zijn huwelijksakte meldt dat hij “onder Westergeest” zijn eerste levenslicht zag.

Die huwelijksakte is van 28 maart 1820, toen hij op 26-jarige leeftijd trouwde met de 15-jarige Froukje Jacobs van der Bijl, dochter van Jacob Meinderts van der Bijl en Vroukje Luitjens.

Het begrip “onder Westergeest’ of “onder Kollum” lezen we vaker. Ik denk dat het een afkortende vorm is van ‘onder de klokslag van Westergeest”. Klokslag betekent dan het rechtsgebied van stad of dorp, buiten de eigenlijke stads- en dorpskern.

Samen kregen ze

  • 14-03-1821, Haye
  • 13-02-1823, Jacob
  • 26-05-1825, Luitjen
  • 30-08-1827, Auke
  • 09-02-1830, Trijntje
  • 02-09-1833, Douwe

Op 27 augustus 1835 kwam aan al hun geluk een triest einde toen moeder en boerin Froukje “onder Kollum” kwam te overlijden.

Landbouwer Henne de Vries bleef achter met kleine kinderen en trad al snel in het huwelijk met Akke Egberts de Vries [1802 – 1881]. Met haar kreeg hij als eerste een dochter die werd vernoemd naar zijn eerste vrouw:

  • 30-05-1839, Froukje
  • 30-11-1840, Egbert

Egbert werd nog “onder Kollum” geboren, maar toen koopman Henne de Vries op 20 juni 1847 wam te overlijden, werd in de overlijdensakte vermeld dat hij koopman te Westergeest was. Hij stierf in “huizinge nommer eenendertig a te Westergeest”. De 50-jarige timmerman Haike Jans Mellema en de 26-jarige Gauke Harmens Zijlstra verzorgen het zogenoemde ‘afmelden’».

Nu is er sinds de invoering van de huisnummering veel gewijzigd. Dat maakt een één-op-één vertaalslag naar een huidig adres lastig. Langzaam maar zeker probeer ik wel een beeld te krijgen van de huisnummering in het kadastrale gebied van Westergeest. En dat gebied is groter dan het huidige dorp» – of dat gelijk op gaat met “de klokslag” is mij niet duidelijk.

Wat ik niet helder krijg is de connectie tussen Henne de Vries en “huizinge 31a”. Want toen de driejarige zoon van timmerman Haike Jans Mellema, Pieter Haikes, overleed op 24 januari 1848 werd in zijn overlijdensakte ook “de huizing nommer eenendertig a te Westergeest” vermeld – het kan toch haast niet anders of dat is dezelfde woning als waarin koopman Hinne H. de Vries een half jaar eerder stierf?

Als ik naar de HISGIS-gegevens kijk, zie ik in 1832 het Huis en Erf van timmerman Haije Jans Mellema op wat nu Foarwei 10, 9298 JL Kollumerzwaag is: mogelijk dus “huizinge 31a”.

Bronnen:

Weet u n.a.v. deze post hier meer over te vertellen? Help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

Beppe Klaaske Niewijk

Beppe Klaaske as jongfaam [collectie Jouke Dantuma]

Beppe Klaaske as jongfaam [collectie Jouke Dantuma]

Jouke Dantuma schreef op 25 november 2021 ondergaand artikel op zijn facebookpagina. Met toestemming overgenomen.

Folkert Niewijk en zijn zus Klaaske en moeder Jitske Boersma

Folkert Niewijk en zijn zus Klaaske en moeder Jitske Boersma [collectie Jouke Dantuma][ingekleurde foto]

Hjoed presys 45 jier lyn stoar myn beppe Klaaske Niewijk. Hja is op 5 febrewaris 1896 berne op Kollumerâldsyl. Dit gehucht leit boppe Kollum. Sy wie de dochter fan Hedde Niewijk en Jitske Boersma. Us beppe hie noch ien jongere broer. Dit wie Folkert Niewijk dy ’t op 28 juny 1967 by de trijesprong Haaddwei-Achterwei te Moarrewâld op ‘e fyts, mei fatale gefolgen, troch in auto skept waard. Beppe

Klaaske wenne mei har âlders en broerke letter yn Westergeest oan ‘e Kalkhûswei 32a». Om ’t beppe kreupel wie en de grifformearde skoalle yn Sweagerfean te fier ôf lei gie sy nei de iepenbiere skoalle» yn Westergeast.

Us beppe troude op 26 juny 1920 yn Kollum mei myn pake Bokke Dijkstra. Hy wie keapman u.o. yn aaien. Hy liet oan de Triemsterloane yn 1926 in krûdenierswinkel bouwe. Sy krigen fjouwer bern: Anne, Jitske, Sietske (myn mem) en Hedde. Lêstneamde naam letter de winkel oer, dêr ’t dochter Rinske op it stuit wennet.

Ik bin yn besit fan in âld plakboek fan myn beppe. De leafde foar skiednis hat sy fia ús mem grif oan my trochjûn. Beppe Klaaske leit begroeven op it tsjerkhôf fan Westergeast.

tekst: Jouke Dantuma, één van de gastschrijvers».

U kunt meehelpen om onze geschiedenis completer te maken. Want heeft u meer informatie, een aanvulling, een foto of ander materiaal wat past bij deze ‘post’?  Plaats dan a.u.b. onderaan een reactie of stuur een mail».

Fokje Tsjoenster: “Manlju kinne tsjoene, froulju net”.

150 jaar Gereformeerde Kerk Westergeest, Zwagerveen, Kollumerzwaag“, bladzijde 53.

In onze omgeving zijn ook “mensen, die zich bezighouden met vreemde, bovennatuurlijke zaken”. Ook leden van de kerk waren bang voor kwade machten. In het jubileumboek staat: “‘Fokje Tsjoenster”, de waarzegster aan de Foarwei, had op zondagmiddag evenmin over belangstelling te klagen”.

Dat maakte mij heel nieuwsgierig naar deze Fokje.

Een oproep op Facebook leverde een reactie op. Fokje zou gewoond hebben tegenover wat nu Het Lichtpunt is. Daar stonden toen twee huisjes achter elkaar.

En toen kwam ik terecht op de Nederlandse Verhalenbank. Veel van de door J. J. Jaarsma verzamelde verhalen zijn daar te lezen. Ook verhalen over “âlde Japiks Fokje”, afkomstig van Harkema. Deze “âlde Japiks Fokje” zei altijd dat alleen mannen bovennatuurlijke dingen kunnen doen. Vrouwen niet: “manlje kinne tsjoene, froulju net”. Nee, Fokje ‘tsjoende’ niet, zij kon kaartlezen. Daarmee voorspelde Fokje aan jonge mannen of ze gingen trouwen met hun vriendin, of dat het slechts een scharrel was.

Maar Fokje zag ook zogeheten ‘gezichten’. Een van haar bezoekers vertelde dat zijn zwangere vrouw in het ziekenhuis werd opgenomen en hij naar Fokje ging. Haar boodschap was duidelijk: “Jullie krijgen het kind niet thuis, ik heb ’t vannacht in een wit kistje zien liggen”. En zo gebeurde het ook – het kind kwam in een wit kistje, ook al had de jonge vader daar geen toestemming voor gegeven.

De vertelde gebeurtenissen geven geen doorslag in de zoektocht naar haar identiteit. Maar wat er tussen de regels bijgeschreven staat mogelijk wel; “âlde Japiks Fokje” uit Harkema.

Let op – het onderstaande is nog steeds een aanname op basis van drie overeenkomsten uit bovenstaande inleiding: 1e Op 28 mei 1921 trouwde ene Fokje van der Meer met de Jacob Medemblik. 2e Deze Fokje van der Meer was geboren te Harkema-Opeinde. 3e Samen woonden ze te Kollumerzwaag.

Fokje van der Meer werd geboren op 02 januari 1861 te Harkema-Opeinde en was een dochter van Roel Sytzes van der Meer en Aukje Martens de Vries. Zij is getrouwd geweest met arbeider Jantjen van der Heide [1854]. Die huwelijksvoltrekking vond plaats op 15 juni 1893. Samen kregen ze twee kinderen:

  1. Aukje, 09-03-1894 [Harkema Opeinde]
  2. Luitzen Pieter, 25-10-1889 [Harkema Opeinde]

Fokje was, volgens het bevolkingsregister Nederlands Hervormd terwijl haar eerste man Jantjen Gereformeerd was. Samen zijn ze van mei 1915 – mei 1916 ingeschreven in Burum, register van Kollumerland c.a. 1910 – 1920. Dat kan er op duiden dat Jantjen zich als ‘los arbeider’ bij boeren in dienst was: op 12 mei was het Âlde Maaie. Ze waren nog maar net uit Burum vertrokken, of boerenarbeider Jantjen stierf op 22 juli 1916. Op 62-jarige leeftijd te Leeuwarden maar “wonende Sijbrandahuis, gemeente Dantumadeel”.

Jacob Medemblik was een zoon van Sjouke Harts Medemblik en Jacoba Jacobs Blok. Op 25 juli 1896 trouwde hij met de toen 24-jarige Antje Eelkes Hulsinga uit Bergum. Samen kregen ze drie kinderen, maar stonden ze ook aan het graf van één van hen:

  1. Jacoba, 06-05-1898
  2. Eelke, 25-03-1903

Hun derde kindje werd op 13 maart 1910 levenloos geboren. Volgens de overlijdensakte in “de huizinge nummer 72”. Vader Jacob zelf ging een dag later afmelden», samen met veldwachter Jacob Laverman uit Kollum. Moeder Antje stierf op 24 september 1914. In “de huizinge nummer vijfennegentig” te Kollumerzwaag. Ze liet Jacob achter met twee hele jonge kinderen.

Bijna zeven jaar later traden de dan 60-jarige Fokje van der Meer en de dan 52-jarige Jacob Medemblik in het huwelijk.

In 1923 zien we een merkwaardige gebeurtenis aangetekend op de gezinskaart van Jacob Medemblik en Fokje van der Meer [Kollumerland [1920 – 1937]. De adressering in Kollumerland geeft duidelijk aan ze in het huidige Kollumerzwaag woonden, maar door de voortdurende omnummering» wordt het onduidelijk. Gegeven is dat Fokje per 25 juni 1923  werd uitgeschreven uit Kollumerland. Per 03 september van datzelfde jaar komt ze weer terug en wordt ze weer op de gezinskaart bijgeschreven. Het is onduidelijk wat de reden is geweest.

Op 21 februari 1945 stierf Fokje te Leeuwarden. Ze werd 84 jaar oud.

Heb jij foto’s of aanvullingen in tekst bij deze post? Reageer dan en help mee om dit verhaal completer te maken.

Bronnen:

veldwachter Roorda zeer zwaar gewond

± 1923 – café / smederij Alzerda. Op de voorgrond o.a. v.l.n.r. Wiebe Alzerda, Doris Pilat, Klaas Sikkens, Ype Visser, Trien Alzerda en twee van hun kinderen Griet en Eb.

Het was 7 januari. De eerste woensdag van 1920 in het café van Alzerda te Zwagerveen. Het is onduidelijk wat er die avond al was gebeurd.

Feit is wel dat rijksveldwachter Roorda van Kollumerland aanwezig was. Was de sfeer al verhit?

Feit is ook dat Roorda de 27-jarige Auke Smid, die even naar buiten was gegaan, bij de deur tegenhield. Smid mocht niet meer naar binnen. “Er ontstond eene formeele vechtpartij” en Auke trok zijn mes. De spanning liep op.

Toen Auke Smid uiteindelijk voor de rechter verscheen werden verschillende en erg uiteenlopende verklaringen gegeven over wat er was gebeurd. Zo zou de rijksveldwachter zijn begonnen – er zou [aldus de verdediging] eigenlijk geeist moeten worden “dat veldw. Roorda werd vervolgd wegens mishandeling van Auke”. Maar de Officier van Justitie heeft een hele andere kijk op de gebeurtenissen en acht het optreden van de veldwachter “alleszins verklaarbaar”.

De veldwachter gebruikte zijn sabel. En Auke zijn mes. Het mes trof de Rijksveldwachter “zoo in den buik, dat de ingewanden tevoorschijn kwamen”. Roorda gebruikte zijn sabel en deelde enkele “gevoelige slagen” uit, maar hij moest zich vanwege zijn verwonding terugtrekken.

Het Vaderland – staat en letterkundig nieuwsblad, 09 januari 1920

Roorda kon de woning van T. J. Beerda bereiken. Daar zakte hij in elkaar. Daar werd hij door dokter Tilma van Kollum “in bedenkelijke toestand” doorgestuurd naar Leeuwarden. Omdat zijn darmen op enkele plaatsen doorgesneden waren, moest een gedeelte worden weggenomen. Die operatie slaagde goed, maar het levensgevaar was de week daarna nog niet geweken. Pas op 24 januari kon Roorda het ziekenhuis verlaten.

Smid was in de consternatie gevlucht en daardoor formeel voortvluchting. Hij werd in Duitsland gearresteerd.

Toch kon hij zijn straf niet ontlopen. In september 1920 verschijnt de dan gedetineerde Auke voor de rechter voor “mishandeling van een ambtenaar, zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbende”. En wordt er recht gesproken:

Leeuwarder Courant, 02 oktober 1920

Heb jij foto’s of aanvullingen in tekst bij deze post? Reageer dan en help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken.

Bronnen:

  • De Tribune, 10  januari 1920
  • Nieuwsblad van Friesland, 09 januari 1920
  • Nieuwsblad van Friesland, 21 september 1920
  • Rolboeken arr. Rechtbanken Leeuwarden, 02 oktober 1920
  • Leeuwarder Courant, 02 oktober 1920
  • Het Vaderland: staat- en letterkundig Nieuwsblad, 09 januari 1920

De mysterieuze melkbus

collectie Foestrumer Archief, met eigen accent.

Eelke Meinertswei 19 – Een foto. Getoond tijdens een fotoavond in De Tredder. Het onderwerp was ‘de boeren in Westergeest’. Deze avond de veehouders aan o.a. de Eelke Meinertswei. En toen viel het op. Die ene melkbus. Aan de kant van de weg. Ergens rond 1905 / 1907. Want toen is deze foto gemaakt. Langs de Eelke Meinertswei. Op een plek waar toch geen boerderij stond!? Wel een wagenmakerij – de Âlde Weinmakkerij.

Het is een uitdaging om dit mysterie te ontrafelen. Van wie was deze melkbus. Wie was daar boer? Of ….

bron HisGIS met eigen accent: de pijl wijst richting de Âlde Weinmakkerij.

De eerste stap is een zoektocht op HisGIS. Op de kaarten die daarin staan, wordt de bebouwing in Westergeest weergegeven. Bijgaande foto is een mix. Een mix van een kadastrale kaart uit 1832 plus een topografische kaart uit de jaren 1870-1935. Maar daarop geen bebouwing áchter de Âlde Weinmakkerij.
De zoektocht op HisGIS levert dus niets op.

Volgens Foestrumer Archief zou er mogelijk een Zwaagstra hebben gewoond? Mogelijk geeft dat meer duidelijkheid?

Op het kerkhof van Westergeest kan ik één Zwaagstra vinden. Boukje Zwaagstra [26 december 1875 – 20 mei 1959]. Zij trouwde op 28 mei 1904 met arbeider Klaas Zijlstra [05 maart 1869 – 30 juli 1952]. Haar ouders Durk Zwaagstra en Willemke Postma woonden op Kollumerzwaag, waardoor dit spoor naar de Zwaagstra’s in Westergeest spaak loopt.

1929, Kertiersreed – Het echtpaar links zijn Klaas en Baaije Zijlstra waren 25 jaar getrouwd. De man met sigaar is Klaas Kooistra, gehuwd met Willemke Zijlstra, die zoontje “Lytse Wierd”op schoot heeft. De overigen zijn van links naar rechts:Jitske, Ytsje en Ynskje Zijlstra. De oude baas rechts op de foto is Durk (vader van Baaije, dus de pake van de dames en de oerpake van lytse Wierd). De foto is genomen voor de woning van de familie Zijlstra. Zoon Dirk van Klaas en Baaije [Boukje] wilde niet op de foto [collectie Foestrumer Archief].

Haar man Klaas Zijlstra was een Westergeastmer. Hij werd geboren in het gezin van Dirk Bouwes Zijlstra en Ytje Marks Noordman. Klaas en Boukje Zijlstra – Zwaagstra blijven ook in Westergeest wonen. Van hen is bekend dat ze wat vee hadden aan de Kertiersreed 5 [later woonden dochter Willemke en haar man Klaas Kooistra daar].
Het was bovendien niet ongebruikelijk dat melkbussen, na het melken, niet mee werden genomen naar huis. Maar dicht bij het vee aan de kant van de weg werd gezet. De melkrijder pikte de melkbus daar op en bracht die vervolgens naar de melkfabriek. In dit geval mogelijk Huisternoord te Oudwoude. Daar werd sinds 1899 melk verwerkt.

Zou het mogelijk zijn dat de mysterieuze melkbus van Klaas en Boukje Zijlstra – Zwaagstra is geweest? Dat Klaas achter de Âlde Weinmakkerij vee had lopen? En daar had gemolken waarna de melkbus daar klaar werd gezet om opgehaald te worden?

Het is slechts gissen. Het mysterie van de melkbus is nog niet écht opgelost.

Maar u kunt meehelpen om onze dorpsgeschiedenis completer te maken! Weet u meer over een familie Zwaagstra in Westergeest te vertellen of hebt u foto’s? Weet u meer over een boerenbedrijf achter de Âlde Weinmakkerij? Plaats dan een reactie onderaan deze ‘post’. 

bronnen:

De dienstmeid die ook boerin werd …

overlijdensakte Eelkje Kloosterman

overlijdensakte Eelkje Kloosterman

Eelkje Ebbes werd op 6 april 1838 in Westergeest geboren. En ze was nog jong. Voor de wet nog minderjarig. Ze kreeg omgang met een man en werd zwanger. Op 28 januari 1857 kreeg zij “buiten huwelijk” een zoon. De vader van dit kind bleef buiten beeld. De vader is niet meer te achterhalen. En het kind kreeg de achternaam van moeder: Sieds Kloosterman.

Ergens rond de jaarwisseling van 1859 / 1860 zal ze als minderjarige nogmaals moeten opgebiechten dat ze zwanger was. Deze keer was de vader wel in beeld. En op 1 februari 1860 ‘moest’ ze op 21 jarige leeftijd trouwen. Met de 38 jarige landbouwer en weduwnaar Jentje Sierks van der Land. In de huwelijksakte staat dat zij “dienstmeid te Kollumerzwaag, wonende te Westergeest” was. Was ze dienstmeid bij Jentje Sierks?

Samen kregen ze kinderen:

  • 17-04-1860, Engeltje
  • 23-08-1861, Ebbe

03-11-1861 – Engeltje stierf anderhalf jaar oud. In haar overlijdensakte staat vermeld dat ze overleed in “huizingenummer vijfenzestig te Kollumerzwaag“.

  • 07-07-1863, Hendrik

01-10-1863 – Sieds Kloosterman kwam op zes-jarige leeftijd te overlijden. Een dag later deden naar goed gebruik de “geburen” Wijtze Pieters Smedinga en Bartel Iebeles Vaatstra aangifte van overlijden. Sieds stierf ’s avonds om negen uur in “huizinge nummer zevenenzestig te Westergeest“. Een saillant detail, want woonde Sieds niet bij zijn moeder? Onduidelijk is van wie die “huizinge” toen was. Maar naar alle waarschijnlijkheid dus niet de “huizinge” van Jentje Sierks van der Land. Want Engeltje  stierf twee jaar eerder in Kollumerzwaag …

Leeuwarder Courant, 14 maart 1873.

Leeuwarder Courant, 14 maart 1873.

  • 28-11-1865, Akke
  • 15-04-1867, Wietske
  • 06-06-1870, Jetske
  • 04-01-1872, Harm

Dan volgt een emotioneel zware winterperiode. Op 24 september 1872 overleed hun jongste zoontje Harm. Acht maanden werd hij. Ze kon het intense verdriet nog delen en vond troost en intimiteit bij haar man. Maar toen haar man Jentje Sierks op 10 februari 1873 overleed stond ze er alleen voor. In de Leeuwarder Courant verschijnen onder elkaar drie advertenties. Eelkje bleef achter met nog zeer jonge kinderen. En ze is zwanger:

  • 31-08-1873, Jentje, ongetwijfeld genoemd naar vader …..

In een notariële akte van 09 oktober 1873 staat Eelkje Ebbes vermeld als woonachtig te Buitenpost. Ze verkoopt dan vastgoed te Kollumerzwaag en elders. Bedrag: koopsom fl. 18.844 in totaal enige onroerende goederen. In december 1873 kocht ze van Taede Jitzes Jagersma te Kollumerzwaag een huis met erf, boomgaard en een stuk bouwland voor 930 gulden. Een jaar later staat ze in een notariële akte nog vermeld als woonachtig te Buitenpost. Ze kocht voor 800 gulden een stuk bouwland te Kollumerzwaag van Theodorus Hilboes.

Toen werd het december 1875. Eelkje Ebbes is ondertussen 37 jaar. En trouwde ze met 43-jarige arbeider en weduwnaar Jan Ringers van der Meulen [1832 – 1912]. In de huwelijksakte staat dat ze toen te Kollumerzwaag woonde.

Op 17 januari 1923 overleed Eelkje Ebbes Kloosterman te Twijzelerheide. Vierentachtig jaar oud.

Nu U? Kunt u hier meer over vertellen. Hebt u foto’s die bij deze ‘post’ passen? Wilt u dan reageren en helpen om onze dorpsgeschiedenis completer te maken? Dat kan door een reactie onderaan deze pagina. 

bronnen