hystoblog

Home » vraag en antwoord

Categorie archief: vraag en antwoord

“huizinge nommer eenendertig a te Westergeest”

Mijn betovergrootvader is geboren in Kollum (of onder Kollum – weet jij de betekenis van ‘onder’?). Bij zijn vader (Henne Haijes de Vries (1793-1847) staat vermeld dat hij geboren en gestorven is in Westergeest. Ik denk niet dat hij zijn leven hele leven daar heeft gewoond. In de overlijdensakte van zijn eerste vrouw staat dat zij overleden is in nommer 30 Wijk D onder Kollum. Een van de kinderen overlijdt in huizing 28 Wijk D. In de overlijdensakte van HH staat dat hij in huisnr. 31a te Westergeest is overleden. Weet jij waar huisnummer 31a was?


huizinge 31aHenne Haijes de Vries werd geboren in het gezin van Haye Hennes de Vries en Hiltje Oenzes Veenstra. Hij werd geboren voordat dat in een burgerlijke stand werd bijgehouden, maar zijn huwelijksakte meldt dat hij “onder Westergeest” zijn eerste levenslicht zag.

Die huwelijksakte is van 28 maart 1820, toen hij op 26-jarige leeftijd trouwde met de 15-jarige Froukje Jacobs van der Bijl, dochter van Jacob Meinderts van der Bijl en Vroukje Luitjens.

Het begrip “onder Westergeest’ of “onder Kollum” lezen we vaker. Ik denk dat het een afkortende vorm is van ‘onder de klokslag van Westergeest”. Klokslag betekent dan het rechtsgebied van stad of dorp, buiten de eigenlijke stads- en dorpskern.

Samen kregen ze

  • 14-03-1821, Haye
  • 13-02-1823, Jacob
  • 26-05-1825, Luitjen
  • 30-08-1827, Auke
  • 09-02-1830, Trijntje
  • 02-09-1833, Douwe

Op 27 augustus 1835 kwam aan al hun geluk een triest einde toen moeder en boerin Froukje “onder Kollum” kwam te overlijden.

Landbouwer Henne de Vries bleef achter met kleine kinderen en trad al snel in het huwelijk met Akke Egberts de Vries [1802 – 1881]. Met haar kreeg hij als eerste een dochter die werd vernoemd naar zijn eerste vrouw:

  • 30-05-1839, Froukje
  • 30-11-1840, Egbert

Egbert werd nog “onder Kollum” geboren, maar toen koopman Henne de Vries op 20 juni 1847 wam te overlijden, werd in de overlijdensakte vermeld dat hij koopman te Westergeest was. Hij stierf in “huizinge nommer eenendertig a te Westergeest”. De 50-jarige timmerman Haike Jans Mellema en de 26-jarige Gauke Harmens Zijlstra verzorgen het zogenoemde ‘afmelden’».

Nu is er sinds de invoering van de huisnummering veel gewijzigd. Dat maakt een één-op-één vertaalslag naar een huidig adres lastig. Langzaam maar zeker probeer ik wel een beeld te krijgen van de huisnummering in het kadastrale gebied van Westergeest. En dat gebied is groter dan het huidige dorp» – of dat gelijk op gaat met “de klokslag” is mij niet duidelijk.

Wat ik niet helder krijg is de connectie tussen Henne de Vries en “huizinge 31a”. Want toen de driejarige zoon van timmerman Haike Jans Mellema, Pieter Haikes, overleed op 24 januari 1848 werd in zijn overlijdensakte ook “de huizing nommer eenendertig a te Westergeest” vermeld – het kan toch haast niet anders of dat is dezelfde woning als waarin koopman Hinne H. de Vries een half jaar eerder stierf?

Als ik naar de HISGIS-gegevens kijk, zie ik in 1832 het Huis en Erf van timmerman Haije Jans Mellema op wat nu Foarwei 10, 9298 JL Kollumerzwaag is: mogelijk dus “huizinge 31a”.

Bronnen:

Weet u n.a.v. deze post hier meer over te vertellen? Help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken. Reageer door hieronder een reactie te plaatsen of stuur een mail».

woning Alle Westerhof [*1892]

Ik ben op zoek naar waar mijn familie vroeger gewoond heeft in Westergeest – Alle Westerhof was op 15 mei 1926 getrouwd met Baukje Broersma”.

Met die vraag begint weer een interessante zoektocht.

Alle Westerhof werd op 11 juni 1892 geboren in het gezin van Binne Westerhof en Ytje Vaatstra. Zijn 27-jarige bruid werd op 09 februari 1899 geboren in het gezin van Arjen Broersma en Antje de Graaf. Beiden werden geboren in Westergeest, maar zoals al eerder geschreven liggen die kaarten toch niet zo gemakkelijk! Want is Westergeest altijd Westergeest

Immers, tot rond 1941 werden de inwoners van de Triemen, Zwagerveen, Hanenburg en Zandbulten tot Westergeastmers gerekend. Een vermelding over “wonende in Westergeest” voor die datum kan dus ook betekenen ‘wonende te Zwagerveen’. Of Triemen, Hanenburg of Zandbulten ..

Uit de bevolkingsregisters van de gemeente Kollumerland c.a. blijkt al snel dat Alle lange tijd bij zijn ouders inwoonde. Huizinge B91, staat er van 1880 tot na 1910 achter het gezin genoemd. En ondertussen weet ik uit ervaring dat wijk nummer B niet in het huidige dorp Westergeest te vinden is, maar in het zuidelijke deel van kadastraal Westergeest.

Maar daarmee kon ik niet [vrij] exact een huidige woning of locatie duiden. Ook mijn zoektocht via het zogenoemde afmelden» leverde geen concrete informatie op.

Tot ik een geweldige bron in mijn schoot geworpen kreeg. Gabe Douma plaatste in november 2021 een oude, getekende plattegrond van Zandbulten. Janke Elzinga – Bosma reageerde daarop: “Dit kaartje is gemaakt en hoort bij een boekwerkje over vroegere bewoners en huisjes, hutjes op Sânbulten zoals het er in ong. 1880 uitzag!”. Daarna kon ik de puzzel oplossen, dankzij de snelle medewerking van Janke Elzinga – Bosma.

Om alles goed te kunnen duiden eerst een kort overzichtje:

  • Alle Westerhof [1892] was dus een zoon van Binne [1853] en Ytje Westerhof – Vaatstra.
  • Binne Westerhof [1853] was een zoon van Alle Binnes en Pietje Harms Westerhof – Zijlstra.

Op het kaartje zijn de woningen genummerd. Schrijver van het bijbehorende boekje ‘Sânbulten foarhinne’, B. Dijkstra, verteld [vrij vertaald uit de oorspronkelijk Friese tekst]: “Wij komen nu bij huis nummer 52. Ik weet daar niet zo veel van anders dan dat ik denk dat het gebouwd is door Ale Westerhof. Ik meen dat zijn zoon Binne ons ooit vertelde dat zijn vader en moeder Alle en Pietje daar zijn komen wonen toen Binne drie jaar oud was. Vader Alle overleed als vrij snel daarna. De weduwe bleef er wonen met Binne tot diens huwelijk. De woning zou volgens Binne ongeveer 90 jaar oud zijn.”

Dijkstra schreef zijn verhaal tijdens de oorlog, in 1943. De woning zou dus rond 1853 gebouwd zijn. Zoon Binne was in 1856 drie jaar. Ergens in die drie jaren kwam het gezin hier dus wonen.

En zodoende is de locatie van huizinge B91, de woning waar Alle Westerhof [1892] woonde, vrij exact aan te wijzen – ook al staat die woning er niet meer.

Huizinge B91

Heb jij ook zo’n soort vraag? Of heb jij aanvullingen in welke vorm dan ook bij deze post? Reageer dan en help mee om dit verhaal completer te maken.

Bronnen:

  • ‘Sânbulten foarhinne’, B. Dijkstra, voorjaar 1943
  • facebookpagina Oud Kollumerzwaag en Veenklooster
  • Janke Elzinga – Bosma
  • http://www.allefriezen.nl

Is Westergeest altijd Westergeest ?

Zo nu en dan krijg ik de vraag naar een adres. Een adres in Westergeest, waar [bet]overgrootouders van de vragensteller hebben gewoond. Ik ben blij met dit soort vragen, die op het eerste gezicht gemakkelijk lijken. Maar het vinden van een antwoord vraagt vaak om puzzelen.

Een mooi voorbeeld daarvan ondervond ik tijdens mijn zoektocht naar de vraag of voorouders van Sijtze van der Wal [1900 – 1974] en Maria Postma [1903 – 1989] in Westergeest hebben gewoond.

In meerdere geboorte- en overlijdensaktes van de [bet]overgrootouders staat Westergeest op de een of andere manier genoemd: de geboorteakte van Sijtze van der Wal bijvoorbeeld lijkt heel duidelijk. Zijn vader Rudmer van der Wal, “oud tweeëndertig jaren, arbeider wonende te Westergeest” deed aangifte van geboorte. En ook de op 16 juni 1903 opgestelde geboorteakte van Maria Postma lijkt duidelijk. Haar vader “Geert Postma, oud tweeëntwintig jaren, arbeider wonende te Westergeest” deed aangifte van haar geboorte.

Toch is het niet zo gemakkelijk!

Want tot rond 1941 werden de inwoners van de Triemen, Zwagerveen, Hanenburg en Zandbulten tot Westergeastmers gerekend. Een vermelding over “wonende in Westergeest” voor die datum kan dus ook betekenen ‘wonende te Zwagerveen’. Of Triemen, Hanenburg of Zandbulten ..

Een aanknopingspunt ka dan gevonden worden in overlijdensaktes. Want overlijdensaktes van rond 1900 vermelden ook de woning waarin de overledene stierf. 

De grootouders van Maria Postma bijvoorbeeld waren Hendrik Postma [1880 – 1887] en Trijntje Postma [1853]. De 37-jarige Hendrik Postma overleed op 29 december 1887. De afmelders waren de 42-jarige Renze Hanenburg en de 37-jarige Harm Zijlstra. Zij verklaarden dat Hendrik was overleden “op den negenentwintigsten dezer maand, des morgens ten twee ure te Westergeest in huizinge nummer honderdzesendertig Wijk B”.

Het één op één ‘vertalen’ van “huizingenummers»” naar een huidig adres is heel lastig. Want er is in de loop van de jaren meerdere malen werd ‘omgenummerd’. Met alleen het gegeven dat Hendrik Postma overleed in “huizinge nummer honderdzesendertig Wijk B” weten we dus eigenlijk nog niets. En moeten we verder puzzelen.

Daarvoor gaan we bekijken wie de ‘afmelders’ waren. Want als er rond 1900 iemand stierf waren de zes naaste buren verplicht om alles rondom het overlijden en begrafenis te regelen. Dit heette de zogenaamde ‘burenplicht’. De twee directe buren gingen in het dorp ‘leedzeggen’. En moesten aangifte van overlijden doen op het gemeentehuis in Kollum. Afmelden» werd dat ook wel genoemd. Dat ‘afmelden’ ging natuurlijk met het grootst mogelijke respect waarvoor [zelfs] het zondagse pak werd aangetrokken.

Van de overgrootvader van Maria Postma weten we dus door de overlijdensakte wie zijn [naaste] buren waren: de 42-jarige Renze Hanenburg en de 37-jarige Harm Zijlstra.

Want inderdaad, ook hier lijkt de burenplicht op te gaan. Want toen [buurman] Rinze Hanenburg enkele jaren later in 1891 overleed, staat in zijn overlijdensakte dat hij stierf “te Westergeest in de huizinge Wijk B nummer Eenhonderddertig”. In de buurt van de woning waar Hendrik Postma overleed. Zijn ‘afmelders’ waren de 50-jarige schoenmaker Halbe Bouwes Zijlstra en de 25-jarige voerman Wietze Komrij.

Maar via de ‘afmelders’ weten we nog steeds niet precies waar “huizinge nummer honderdzesendertig Wijk B” of “huizinge Wijk B nummer Eenhonderddertig” gezocht moeten worden – de puzzeltocht is nog niet klaar ! En we moeten verder kijken. En zoeken.

Een jaar eerder, in 1890, kwam Nanne Folkerts Klazinga te overlijden. Schoenmaker Halbe Zijlstra was toen als buurman ook ‘afmelder’ van het overlijden van Nanne Folkerts Klazinga, die overleed “in de huizinge Wijk B nummer honderdtweeendertig”. Schoenmaker Halbe Zijlstra kenden we al als ‘afmelder’ van Hendrik Postma ..

Leeuwarder courant van 26-03-1890

En dan, eindelijk, krijgen wij via deze omweg zicht op een exacter woonadres. Want in de Leeuwarder courant van 26-03-1890 staat een overlijdensadvertentie van Nanne Folkerts Klazinga.

Nanne Folkerts Klazinga woonde te Zwagerveen !

En met hem natuurlijk ook zijn buren Hendrik Postma en Trijntje Postma, de grootouders van Maria Postma …

Het is mooi puzzelwerk, en via omwegen weten we uiteindelijk dat voorouders van van Sijtze van der Wal [1900 – 1974] en Maria Postma [1903 – 1989] niet in het huidige Westergeest hebben gewoond. Maar in Zwagerveen, nu Kollumerzwaag.

Heeft u ook zo’n soort vraag?

Cornelis [Cees] van der Meer

  • Geboren op 12 februari 1921 in Westergeest
  • Overleden op 29 december 2006 in De Westereen

Cornelis van der Meer [collectie Wilma Helsper]

“Plaatselijk Belang Westergeest” verwees Wilma Helsper naar mij door met de vraag of ik meer zou kunnen achterhalen over Cornelis van der Meer [geboren op 12-2-1921 te Westergeest] en zijn familie. Zijn ouders zouden een kruidenierswinkel gehad hebben in Friesland. Mogelijk dus ook in Westergeest.


Zo begon mijn zoektocht naar informatie waarbij Wilma Helsper zelf en Geert Hoekstra uit Westergeest uiteindelijk ook een behoorlijke duit in de zak deden.

Cornelis werd geboren in het gezin van Libbe en Aaltje van der Meer – Meijer. Hij was hun derde zoon in de rij die uiteindelijk acht kinderen zou gaan tellen:

  1.  Dirk, 31 mei 1918
  2.  Berend, 09 november 1919
  3.  Cornelis, 12 februari 1921
  4.  Pieter, 13 mei 1923
  5.  Hille, 11 september 1925
  6.  Siebe Jan, 08 januari 1928
  7.  Hiltje, 13 augustus 1931
  8.  Siebriggje, 03 maart 1934

Zijn vader Libbe [of ook wel Liebe en Ljibbe] van der Meer werd geboren 17 juni 1892 te Twijzel. Hij was arbeider en veehouder. Libbe van der Meer overleed op 20 juni 1979. Zijn moeder Aaltje Meijer werd geboren te Westergeest op 15 juni 1896, zij stierf op 21 februari 1982.

In het bevolkingsregister Kollumerland [1910 – 1920] staat het gezin [dan nog met drie zonen] ingeschreven als woonachtig in huizinge B78. Het gezin staat als Nederlands Hervormd te boek en vader Libbe is arbeider.

Het gebruik van huisnummers werd omstreeks 1808 voorgeschreven. Toen bepaalde Napoleon dat ieder gebouw een nummer moest hebben. In de jaren daarna werd meerdere keren omgenummerd◥.

Om te onderzoeken waar huizinge B78 stond, is het van belang om te weten dat Westergeest destijds veel meer was dan het huidige, gelijknamige dorp. De woningen die werden aangeduid met de letter B waren te vinden in het zuidelijke deel van kadastraal Westergeest – het huidige oosten van Kollumerzwaag.

Per 11 juni 1917 was vader Libbe vanuit Twijzel daar komen wonen.

Dat was dus vlak na hun huwelijk dat plaats vond op 05 mei 1917.

Libbe was toen arbeider, 24 jaar oud en woonachtig te Twijzel. Waarschijnlijk bij zijn moeder Siebrigje Meijer – van zijn vader Binne van der Meer wordt in de huwelijksakte geschreven dat diens “beroep en woonplaats onbekend is en alzoo  in de onmoogelijkheid verkeert om zijn wil te verklaren”.

Nieuwsblad van het Noorden, 11 oktober 1891

Binne van der Meer en Siebrigje Meijer◥, de grootouders van Cornelis van der Meer, waren in 1900 gescheiden. Uit een krantenartikel uit 1891 blijkt dat hij mogelijk naar Amerika was vertrokken met een andere vrouw.

Toen Libbe van der Meer trouwde met de toen 23-jarige Westergeastmer bruid Aaltje Meijer, had zij geen werk. Zij was een minderjarige dochter van Durk Meijer [1862 – 1946] en Hiltje van der Meer [1865 – 1941], “echtelieden, arbeiders, wonende te Westergeest”.

Slaan wij in het bevolkingsregister Kollumerland c.a. de Gezinskaarten over de periode 1920-1937 open, dan komen we het volgende te weten. Alle kinderen staan op de gezinskaart bijgeschreven en zijn geboren in Westergeest. Vader Libbe was in die jaren nog steeds arbeider. De adressering was ondertussen gewijzigd – Huizinge B78 is doorgehaald en is Zwagerveen 109 geworden.

Dat wil niet zeggen dat het gezin binnen Kollumerland ook feitelijk verhuisde: mogelijk is toen alleen de adressering verandert en is het gezin verhuist zonder te verhuizen◥.

Op deze gezinskaart staat verder vermeld  dat het hele Nederlands Hervormde gezin uit de gemeente is vertrokken. Op 19 april 1934 zijn ze vanuit Zwagerveen verhuist naar Huizum, Kerkstraat 20 [gemeente Leeuwarderadeel].

In de gemeente Leeuwarderadeel werd het hele gezin weer ingeschreven. Op de gezinskaart staan ze allemaal vermeld – als Vrij Evangelisch, die wijziging valt wel op. De aantekening NH [Nederlands Hervormd] is doorgehaald.

Vader Libbe was toen koopman, zoon Dirk staat vermeld als fabrieksarbeider en Cornelis was boerenknecht.

Een jaar later, 13 mei 1935 werd het hele gezin weer uitgeschreven. En vertrokken ze naar de gemeente Leeuwarden – of toch niet ! Op het laatste moment, met dezelfde pen en in hetzelfde handschrift werd er achter de naam van Cornelis aangetekend dat hij op 21 mei 1935 vertrok naar Tietjerk.

En dan lijkt het wat mij betreft wat onduidelijk te worden. Cornelis verhuist meerdere malen in of rondom Leeuwarden.

Uiteindelijk vertrok Cornelis naar buiten Fryslân. Hij werd een Fries-om-útens en veel van zijn handel en wandel gaat vooralsnog verloren in de nevelen van het verleden.

Bekend is dat hij in 1940 vanwege de Arbeidseinzatz werd ingezet in Duitsland. Daar heeft hij de Poolse Renna ontmoet met wie hij later in het huwelijk trad. Van Renna heb ik nog geen achternaam.

Na de oorlog vertrokken ze naar Nijmegen. Daar heeft Cornelis tussen 1946 en 1971 bij Honig gewerkt. De foto boven deze post is van zijn personeelskaart uit die tijd.

Uiteindelijk keerde Cornelis terug naar zijn geboorteprovincie. Alleen. Zijn [veronderstelde] huwelijk met de Poolse Renna was op een scheiding uitgelopen. Cornelis vestigde zich in Zwaagwesteinde, het latere De Westereen. Daar trok hij in 1976 bij Nienke [Trijntje] van der Meer-Zuidema [1922 – 2006] die op de Bjirken woonde. Via de facebookpagina De Westereen Toen kwam een reactie: “Ik heb nog wel bij hun gewerkt –  schatten van mensen“.

Zelf overleed Cornelis in De Westereen. Op 29 december 2006, vijf maanden na het overlijden van zijn huisgenote.

Heb jij foto’s of aanvullingen in tekst bij deze post? Reageer dan en help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken.

Bronnen:

  • allefriezen.nl
  • graftombe.nl
  • Wilma Helsper
  • Geert Hoekstra, Westergeest
  • Renze Petersohn
  • Nieuwsblad van het Noorden, 11 oktober 1891
  • Grietje Veenstra de Vries
  • Gerda Bosch Vanger

Eelke Meinertswei 16

± 1924 – in het midden Eelke Meinertswei 16 [collectie Foestrumer Archief]

Met een vraag van Froukje Agema start de zoektocht naar de geschiedenis van deze woning. Zij was eigenaar/bewoner van deze woning en is in het bezit van koopaktes. En die koopaktes zijn bij deze zoektocht van geweldige waarde.


Over de woning Eelke Meinertswei 16 schrijft drs. Karstkarel [1]De vrij donkere rode metselsteen geeft aan dat het pand van omstreeks 1870 dateert[2].

Maar de vraag is hoe juist die inschatting exact is. Er zijn mij een paar foto’s bekend van voor 1930 waarop de woning Eelke Meinertswei 16 staat afgebeeld. De oudste foto daarvan zou rond 1924 zijn gemaakt en is hierboven afgebeeld.

Bote Fokkes Eskes

1832 [HISGIS]

Op de kadasterkaarten van 1832 staat nog geen woning ingetekend op deze locatie. De eigenaar van de grond is dan Bote Fokkes Eskes [1755 – 1844]. De kadastrale aanduiding is B822. En die aanduiding is van belang om te weten – maar daarover straks meer.

Bote leefde in de tijd van de Franse overheersing. De tijd dat de burgerlijke stand werd opgezet en een familienaam formeel moest worden geregistreerd – de familie gebruikte overigens al langere tijd de familienaam Eskes. Duidelijk is ook dat vóór de formele registratie namen veel vaker dan daarna niet éénduidig werden geschreven of vermeld.  Zodoende is Bote Fokkes Eskes ook op schrift bekend als Bote Folkerts Eskes, geboren in 1775.

De onduidelijkheid over zijn juiste tweede naam ontstond al bij zijn vader: Folkert of Focke Hylkes Eskes.

Bote F. Eskes was op 21 juli 1805  in Drogeham getrouwd met Gezina Geertruida Groenman [1782 – 1859], een dochter van dominee Hendrikus Groenman, Groningen. De huwelijksplechtigheid was groots van opzet. “Zij werden door een aantal rijtuigen van Drogeham naar Kollum ingehaald, waarna er vele bruiloftsfeesten plaats hadden. Zij werden op den trouwdag door den preikant van Kollum, Ds. J. P. B. Riedel in de kerk getrouwd, terwijl zij zich nederzetteden onder een gehemelte door 4 Jonge lieden aangebracht, waarin geschenken van zilver hingen. Daarna werden zij naar hun huis geleid, waar voor de deur eene poort was aangebragt met groen en vlaggen versierd, waarin een chassignet was gehangen, voorstellende twee harten, die door koorden, vastgehouden door twee duiven, werden zaamgetrokken. Een schoon bruiloft besloot deze feesten”.

Opregte Haarlemse Courant, 21 september 1844

In 1811 was Bote één van de meest vermogende mensen in Fryslân [3].

Bote en Gezina kregen drie kinderen:

  1. Martjen Botes Eskes [1807 – 1873]
  2. Hendrikus Botes Eskes [1813 – 1894]
  3. Petronella Maria Eskes [1820 – 1885]

Bote was [ook] assessor van de grietenij Kollumerland.

Om duiding te geven aan die rol, is het goed om te weten dat een grietenij het bestuursgebied van een grietman was. Grietman betekent letterlijk “hij die daagt”, van het Oudfries ‘greta’ [dagvaarden, aanklagen]. De Grietman koos/benoemde vier assessoren, uit elk kwartier van de gemeente één. Assessoren werden ook wel ‘bysitter’ of ‘mederechter’ genoemd.

In 1851 werd de benaming ‘grietenij’ vervangen door ‘gemeente’. De ‘grietman’ werd ‘burgemeester’. En de assessor werd wethouder.

Een vermogende en vooraanstaande familie, dus. Het is daarom niet verwonderlijk dat zij ook in Westergeest bekend waren O.a. vanwege het  feit dat zij de eigenaar zijn geweest van wat nu de FOKKEMA’S PLEATS» is. Deze boerderij kwam volgens mij al in 1700 in de familie, toen Bote Rinses, de schoonvader van Bote F. Eskes, deze kocht.

Maar goed, terug naar wat nu Eelke Meinertswei 16 is.

Deze grond bleef in de familie tot in 1879, zo’n 35 jaar na het overlijden van Bote F. Eskes. Zijn bijna zestig jarige dochter “Vrouwe Petronella Maria Eskes echtgenoote van den Weled Heer Daniël Hermannus Andreae te Kollum” is dan “verkoopersche” van een “plek tuingrond te Westergeest, Sectie B no 822 [enz]”. Koper is Fokke Tjibbes Fokkema».

Hier zien we de kadastrale aanduiding B822 weer terugkomen – als onbebouwde grond.

Fokke Tjibbes Fokkema

Toen Fokke Tjibbes Fokkema het huidige perceel Eelke Meinertswei 16 in 1879 kocht, was het dus nog niet bebouwd.

 Fokke Tjibbes Fokkema [1818 – 1891] was een leeftijdsgenoot van “Vrouwe Petronella Maria Eskes”. Hij trouwde in 1846 met Maaike Jans Minnema [1817 – 1878].

Eén van zijn zusters was Baukje Tjibbes Fokkema [1825] die was getrouwd met Andries Keuning, bewoner van Cleyn Buma» [Bumawei 23] en naar wie de Keuningsbrêge over de Nieuwe Zwemmer is genoemd.

Eén van de kinderen van Fokke T. Fokkema en Maaike J. Minnema was Jan Fokkes Fokkema [1852 – 1916]. Het lijkt er op dat deze Jan F. Fokkema in 1901 de FOKKEMA’S PLEATS kocht van Petronella Maria Eskes en Daniël Hermannus Andreae.

Op 11 september 1901 verklaarde Jan Fokkes Fokkema, landbouwer wonende te Westergeest “verkocht te hebben en te zullen leveren aan Renger Geerts van der Meulen, timmerman, wonende te Westergeest” […] “de onroerende goederen kadastraal bekend Gemeente Westergeest Sectie B nummers 1285 huis en erf […], 1286 […] en 1287 bouwland […]”.

Op het kadastrale kaartje 1887 is dit het rood omlijnde gebied.

We zien hier een hele andere kadastrale nummering opduiken en om die te kunnen duiden zoeken we recentere kadastrale kaarten op. We vinden deze nieuwe kadastrale aanduiding op een kaart uit 1887 [4].

Het blijkt, en dat is interessant, dat perceel B822 [kadastrale aanduiding in 1832] in 1887 is opgesplitst in drie kadastraal nieuwe percelen grond. In de tussenliggende jaren is de woning op B1285 [Harmen van Teijenswei 1, op het kadastrale kaartje 1887 met een blauwe pijl aangeduid] kennelijk wel gebouwd, mogelijk de reden voor de nieuwe kadastrale nummering ?

Renger Geerts van der Meulen

Toen Renger of Ringer van der Meulen» het huidige perceel Eelke Meinertswei 16 in 1901 kocht, was het dus nog niet bebouwd.

Renger werd geboren op 17 september 1860. In het gezin van Geert en Antje van der Meulen – Boonstra. Op 27 april 1912 trouwde hij op 51-jarige leeftijd met de 42-jarige naaister Sietske [of Sijtske] Dijkstra. Sietske of Sytske was ook een Westergeastmer en werd geboren op 25 februari 1870.

Ringer was timmerman. Zonder een eigen bedrijf. En het lijkt er op dat Sietske handwerkonderwijzeres was aan de openbare lagere school in Westergeest.

Na het overlijden van Ringer, op 11 mei 1931, trouwde Sietske rond 1935 opnieuw. Met Ulbe de Vries die op 28 oktober 1878 te Sijbrandahuis werd geboren. Ulbe kwam op 67-jarige leeftijd te overlijden. Hij was op 14 april 1946 per fiets onderweg naar de kerk in Zwagerveen, werd onwel en viel van de fiets. Hij overleed ter plaatse.

Sietske Dijkstra overleed op 17 oktober 1960 en had in haar testament “benoemd tot enige erfgename van haar nalatenschap de Hervormde Gemeente te Westergeest”. In het rubriekje “40 jaar geleden[5] staat dat haar eigendommen bestaan uit “woningen en landerijen”.

Rudmer Kloosterman

Toen Rudmer Kloosterman het huidige perceel Eelke Meinertswei 16 in 1961 kocht, was het bebouwd.

Op 2 februari 1961 verklaren Burgemeester en Wethouders van de gemeente Kollumerland c.a. dat het “huis met hokken, bergplaats, erf en grond […] kadastraal bekend, gemeente Westergeest, Sectie B nummer 1716, groot 8.10 aren met uitzondering van ongeveer 60 centiaren, thans nummer 2028 groot 7 aren 48 centiaren geen land is in de zin van de Wet op de vervreemding landbouwgronden”.

Kennelijk was een dergelijke verklaring nodig toen de Hervormde Gemeente de woning verkocht aan koopman Rudmer Kloosterman [geboren 08-06-1898], wonende te Westergeest. In woning Eelke Meinertswei 16 – Rudmer kocht de woning waar hij al jaren in woonde.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de kerkklok door de Duitse bezetter uit de kerktoren gehaald mee meegenomen. In 1949 werd een nieuwe klok» geplaatst, nadat daarvoor in het dorp geld was ingezameld. De intekenlijst is bewaard gebleven en de route van de ‘collectant’ is daaruit af te leiden.

eigen foto

Het blijkt dat R. Kloosterman ook op die lijst staat vermeld. Tussen namen die toen rondom Eelke Meinertswei 16 woonden. Lieske Steenstra – van Assen, geboren in 1937 te Westergeest, weet niet anders dan dat Rudmer Kloosterman in Eelke Meinertswei woonde.

Eind 1979 verkoopt notaris Fokkema de woning Eelke Meinertswei 16 op verzoek van de familie Rudmer Kloosterman. In café de Jager, aan de overkant van de straat. Het werd omschreven als “op gunstige stand staande woonhuis met schuur, 3 houten hokken en open grond […] kadastraal bekend gemeente Westergeest, sectie B, nummer 2028, groot 7.48 are”.

tenslotte

  • De rij eigenaren is aan de hand van de aktes goed op een rij te zetten.
  • Het blijkt ook dat de woning ergens tussen 1901 en ± 1945 gebouwd zal zijn.
  • En het lijkt zeer aannemelijk dat de eigenaar van de grond, timmerman Renger of Ringer van der Meulen, de woning heeft gebouwd.
  • [Maar] Renger of Ringer van der Meulen overleed op 11 mei 1931, 70 jaar oud.
  • Op foestrumerarchief» staat dat Renger en Sietske van der Meulen rond de jaren ‘20/’30 van de vorige eeuw in woning Kalkhúswei 10 woonden.
  • Volgens open bronnen [6] zou Eelke Meinertswei 16 gebouwd zijn in 1935 [maar de betrouwbaarheid van een bouwjaar uit deze enige bron trek ik nog wat in twijfel [7]].

Heb jij foto’s of aanvullingen in tekst bij deze post? Reageer dan en help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken.

Bronnen:

  • [1] Drs. Peter Karstkarel, kunsthistoricus, gespecialiseerd in de Nederlandse bouwkunst.
  • [2] BOUWKUNST IN KOLLUMERLAND, drs. Peter Karstkarel, 1984, Stichting Oud Kollumerland.
  • [3] Genealogysk Jierboekje 1990, Reid van der Ley
  • [4] Tresoar, kaartnummer 16532a, Westergeest Sectie B4
  • [5] Kollumer Courant 20 november 2000
  • [6] http://www.planviewer.nl
  • [7] Woning Bumawei 21 zou bijvoorbeeld gebouwd zijn in 1995, maar bestaat al veel langer. Daarnaast zijn er meerdere foto’s bekend van de jaren ’20 van de vorige eeuw.

Sierk Jacobs van der Veen

Wat is bekend over Sierk Jacobs van der Veen [1787 – 1838] ?


Een korte vraag. Met een paar aanknopingspunten.

Het is op 11 mei 1787 nog vóór de officiële aanname van een familienaam rond 1811, dat in Westergeest bij Jacob Sierks en Antje Andries een zoon werd geboren: Sierk.
Nog geen familienaam dus, maar als tweede naam die van zijn vader: Sierk Jacobs.

Op 15 mei 1812 trad Sierk Jacobs op als 25-jarige in het huwelijk met de 23-jarige Trijntje Jans. Trijntje Jans in een dochter van Jan Binnes van Oudwoude. Trijntje Jans was geboren op 12 oktober 1788. In Oudwoude. Haar vader is bekend geworden vanwege het Kollumer Oproer.
Enkele maanden daarvoor hadden ze ook een familienaam gekregen. Sierk Jacobs van der Veen en Trijntje Jans Wadman.

Vader Jacob Sierks had de familienaam “van der Veen” aangenomen. Het zou zo maar zo kunnen zijn dat hij voor die naam koos omdat hij te Zwagerveen woonde. Ik kwam ergens de opmerking tegen: “wonende op het Veen te Westergeest”. Jacob Sierks stierf als weduwnaar op 04 januari 1829, in “huizinge 17”. Dit ‘huizinge-nummer’ is even goed om te onthouden!

Sierk Jacobs en Trijntje Jans kregen zes kinderen:

  • Antje, 24-02-1813
  • Jacob, 27-09-1815
  • Jan, 30-03-1818
  • Sytse, 03-02-1822
  • Jitske, 24-07-1826
  • Binne, 21-07-1830

De oudste dochter werd geboren in de toenmalige gemeente Oudwoude. Het lijkt er op dat het jonge gezin dus niet ‘onder de klokslag’ van Westergeest woonde. Uit notariële aktes blijkt dat Sierk Jacobs [en zijn gezin] in 1820 wel in Westergeest woonden. Hij koopt in de jaren daarna grasland of greidland, bouwland en woningen. Waar het gezin toen exact woonde weet ik [nog] niet.

Een gegeven is dat landbouwer Sierk Jacobs kwam te overlijden op 27 mei 1838, ’s morgens om vijf uur. Hij was toen 51 jaar. Hij stierf in “huizinge 17”.
Het lijkt er dus op dat het gezin uiteindelijk is gaan wonen in het ouderlijk huis van Sierk Jacobs te [naar mijn mening] Zwagerveen.

Zijn weduwe Trijntje Jans bleef daar wonen. Als boerin. Tot zij op 03 mei 1848 kwam te overlijden. Ook in “huizinge 17“.

mogelijke lokatie "Huizinge 17"

mogelijke lokatie “Huizinge 17”

Heb jij foto’s of aanvullingen in tekst bij deze post? Reageer dan en help mee om onze dorpsgeschiedenis completer te maken.

bronnen:

 

Harmen van Teijens

Our great-great-great grandfather was Teije van Teijens, the onderwijzer in Augsbuurt from 1818 until 1880, and the street “vanTeijenswei” is apparently named after his father, Harmen van Teijens, who was the “Dorpwachter” te Westergeest from 1796-1859. We are particularly interested to know if any of their school buildings are still standing, as well as the houses where Harmen died in 1872 (“house no. 265 in Westergeest”).


Het gebruik van huisnummers werd omstreeks 1808 voorgeschreven. Toen bepaalde Napoleon dat ieder gebouw een nummer moest hebben. In de jaren 1816/1817 werd er nog een keer omgenummerd. Na nog wat wijzigingen werd in de periode 1960/1965 de dorpsnummering omgezet in de nummering per straat.
En dat maakt de vraag spannend. Spannend, omdat het heel lastig is om de gebruikte, oude huisnummering te vertalen naar een hedendaags adres. 

Tije Durks en Sjeuke Abels op De Triemen kregen op 8 april 1777 een zoon die zij Harmen noemden – Harmen Teijes.
Rond 1796, toen Harmen Teijes 19 jaar, was volgde hij zijn broer op als onderwijzer aan de winterschool te Westergeest. Die stond aan het Tsjerkepaad, een prachtig voetgangerspad langs de noordkant van het kerkhof [rode stippellijn op bovenstaande kaarten].

Hij woonde daar al met zijn broer in het schoolhuis. En door zich te laten dopen in de Nederlands Hervormde kerk kon hij daar vrij blijven wonen: het onderwijs was destijds verbonden aan de kerkelijke gemeente. Tot de onderwijswet van 1857 daar een einde aan maakte.

Toen de school verhuisde naar de Eelke Meinertswei, kocht de kerkvoogdij de school en schoolwoning weer terug. De school werd afgebroken – onbekend wanneer precies.

Tot ongeveer 1825 was de school een ‘winterschool’. Er werd alleen ’s winters les gegeven omdat de schoolkinderen in de zomerperiode moesten meehelpen in land- en tuinbouw. In 1843 werd er een nieuw schoolhuis gebouwd aan het Tsjerkepaad – deze woning staat daar nog steeds [blauwe driehoek].

Op 26 november 1797 trouwde Harmen te Westergeest met de oudere Tietje Jeens Postma, geboren in 1768. Samen kregen zij 7 kinderen:

1. 07-07-1798, Teije Harmens
2. 18-04-1800, Jeen Harmens [overleden op 27 februari 1880]
3. 01-02-1802, Zwaantje Harmens [overleden op 16 mei 1887]
4. 27-01-1804, Akke Harmens
5. 02-02-1807, Dirk Harmens [overleden op 11 mei 1879]
6. 29-01-1811, Baukjen Harmens
7. 31-07-1815, Romkje [overleden op 06 mei 1896]

In 1811 namen zijn broer, zus en hij zelf met gezin de familienaam Van Teijens aan.

Kalkhúswei 6 [eigen foto]

Kalkhúswei 6 [eigen foto]

Om rond te kunnen komen nam hij ook andere werkzaamheden op zich, zoals ontvanger van diverse belastingen in Westergeest en dorpsrechter. In 1810 vervielen dit soort bijbaantjes door de Franse overheersing. Gelukkig kreeg hij van de nieuw benoemde Maire Willem Hendrik van Heemstra de nieuwe rol als veldwachter [dorpwachter] te Westergeest, Oudwoude en Kollumerzwaag aangeboden, náást zijn functie als onderwijzer !

In 1832 staat schoolmeester Harmen Teijens van Teijens vermeld bij de woning die in het rode vierkant is weergegeven: Kalhúswei 6. Deze woning wordt op dit moment afgebroken. Dit huis werd rond 1810 gebouwd met stenen die vrij waren gekomen bij het inkorten van de kerktoren.

Op 2 juli 1846 stierf zijn vrouw na een huwelijk van bijna 49 jaar. In huis 99. Ik heb nog geen idee welke woning dit is geweest.
Zes jaar later ontving Harmen de zilveren medaille van de Maatschappij tot ‘t nut van het Algemeen voor zijn langdurige en trouwe werk als onderwijzer.

Leeuwarder Courant, 18 januari 1856

Leeuwarder Courant, 18 januari 1856

Op 18 januari 1856 werd in de Leeuwarder Courant een advertentie geplaatst: er werd een huis verkocht door de eigenaar Harke Gerbens Hoekstra. De kinderen van Harmen reageren en op 26 januari 1856 werd de provisionele en finale toewijzing middels een notariele akte opgesteld door notaris Daniël Hermannus Andreae. Voor ƒ 1046 werden Dirk, Jeen, Swaantje en Romkje eigenaar van de woning.
Zij bleven daar wellicht tot hun dood wonen en in hun overlijdensakte staat als adres ‘huizinge A 45’.

Het is dus lastig om de exacte locatie van deze gekochte woning te achterhalen. Maar ik dénk [de zoektocht is nog niet helemaal klaar] aan de rood omcirkelde boerderij op de hoek Bumawei – Harmen van Teijenswei. Dat doe ik, uitgaande van het kadastrale nummer in de verkoopadvertentie [sectie B, 853].

In zijn levensverhaal schrijft Harmen van Teijens in 1852: “[…] uit welk echt zeven kinderen zijn geboren, die allen nog in leven zijn en in wier middelen hij op zijn ouden dag een sterke steun vindt en oprechte genoegens smaakt” . Ik lees daarin dat er een zeer hechte gezinsband is geweest en dat vader op handen werd gedragen.

Is het dan raar om dan te denken dat vader Harmen bij zijn niet-getrouwde kinderen inwoonde in huis A45?

Per 1 januari 1859 kreeg Harmen van Teijens na een dienstverband van ruim 62 jaar, eervol ontslag. Hij kreeg ƒ 194 pensioen en leefde daarna nog ettelijke jaren in Westergeest.

Leeuwarder Courant, 27 november 1863

Leeuwarder Courant, 27 november 1863

Op 25 november 1863 stelde burgemeester van Kollumerland c.a. bijgaande advertentie op. Sollicitanten “ter vervulling van de betrekking van Hoofdonderwijzer, in de Openbare Lagere School te Westergeest” werden opgeroepen te reageren. “Aan deze betrekking is verbonden eene vaste jaarwedde van vierhonderd gulden, benevens vrije Woning en Tuin”.
Door die laatste opmerking kunnen we volgens mij uitsluiten dat Harmen van Teijens zijn laatste levensjaren in het schoolhuis [blauwe driehoek] doorbracht.

Harmen van Teijens overleed in Westergeest op 8 november 1872, 95 jaar oud. Hij overleed in huisnummer 265 – misschien is dit het ‘oude’ nummer voor huis A 45?

Weet u ook wat te vertellen ? Of hebt u foto’s. Voel u dan vrij om te reageren op deze post. Samen maken we dan ook deze geschiedenis completer.

bronnen:

Kastelein Sjoerd van den Berg

Wie weet hier meer van ?
Op de plaats waar nu café Foestrum, Eelke Meinertswei 15 ( vroeger B22?), staat, heeft vroeger waarschijnlijk ook al een café gestaan. De kastelein daarvan was een zekere Sjoerd van den Berg.


Het is een vraag die gesteld wordt in bericht 1660 op Foestrumer Archief. Een vraag om uit te zoeken. Omdat de huisnummering B volgens mij niet binnen de bebouwde kom van Westergeest te vinden is. Ik ga aan de slag met de gegevens uit bericht 1660.

Sjoerd van den Berg werd op 14 oktober 1865 geboren in het gezin van Sytze Wytzes van den Berg en Anskje Sjoerds van der Wal. Het gezin woonde in Veenwouden.

Op 30 april 1888 trad de toen 22 jarige Sjoerd in het huwelijk met de één jaar oudere Jelske Gerbens van der Veen [1864 – 1957] geboren te Bergum. Samen kregen ze drie kinderen:

  • 19-06-1889, Anskje te Hardegarijp
  • 07-09-1893, Antje te Hardegarijp
  • 12-03-1896, Sytze te Bergum.

In de geboorteaktes van de drie kinderen staat vermeld dat vader Sjoerd van den Berg “tolgaarder” was. Maar hij was ook koopman. Tenminste, dat lees ik in een redactioneel artikel van de Leeuwarder Courant d.d. 09 september 1891. Sjoerd van den Berg staat dan voor de rechter vanwege meineed.

Het gezin van Sjoerd van den Berg heeft gewoond op B 22 en was kastelein in de periode 1896 tot 24 mei 1897. Ze zijn toen verhuisd naar Gerkesklooster, Verlaatsterweg 32. Het huis in Gerkesklooster is afgebroken in 1965”. Als ik naar de huisnummering kijk kom ik uit op Zwagerveen. En een aantal advertenties in de Leeuwarder Courant ondersteunen die gedachte.

Uit die advertenties blijkt dat “kastelein” Sjoerd van den Berg een “herberg” te Zwagerveen had.

Zwagerveen behoorde tot 1941 tot het grondgebied van Westergeest, net zoals de Triemen, Zandbulten, Hanenburg, het westelijk gedeelte van Veenklooster, Keatlingwier, Westerburen en Weerdeburen.

Kunt u meehelpen om onze dorpsgeschiedenis completer te maken? Weet u meer over Sjoerd van den Berg te vertellen of hebt u foto’s? En over zijn ‘herberg’? Plaats dan een reactie onderaan deze ‘post’. 

bronnen:

 

boerderij Landlust

Jan Harm Witzenburg was mijn grootvader. Ik ben op zoek naar een foto van de boerderij waar hij met zijn gezin [inclusief mijn moeder Fintje Witzenburg] heeft gewoond [de vraag kwam binnen als reactie bij de ‘post’ “2 foto’s“].


Landlust [foto Landlust uit de collectie van Erik Dijkstra, rode pijl geeft de foto-richting aan, vanaf de Weardebuorsterwei in noordelijke richting]

Landlust. Of, zoals het eerder heette, Veldzicht. De boerderij werd in 1863 gebouwd door Akke Pieters Teernstra [overleden 18|03|1867], de moeder van de in 1889 verdronken Jakob Jakobs Dijkstra◥. Akke was getrouwd met ook een Jacob Jacobs Dijkstra, geboren te Munnekezijl in 1789 en is in 1859 in Westergeest begraven. Hij ligt daar nog steeds met zijn vrouw, twee zoons, schoondochter en twee kleinkinderen.

Leeuwarder Courant, 24-09-1895

In de Leeuwarder Courant van 24 september 1895 staat een advertentie. Vanwege een “Belangrijke Verkooping […] van de uitmuntende GREIDPLAATS, ‘Landlust’, aan den wouddijk en Grindweg onder Westergeest”. Volgens die advertentie was de boerderij in gebruik bij Erven Jacob Dijkstra.

Op 12 oktober 1895 werd Landlust verkocht aan Douwe Kornelis Beintema. Want Douwe had grootse plannen: op 07 mei 1896 ging hij trouwen met de 28-jarige Akke Jacobs Dijkstra. Akke was de dochter van Jacob Jacobs Dijkstra en Jantje Eelkes van Kleffens◥. Landlust blijft daardoor dus in de familie.

In 1930 werd Landlust verhuurd. Aan Jan Harm Witzenburg [geboren te Wijns op 16 juli 1898]. Jan trouwde met Antje van der Meer [geboren op 31 januari 1897]. Zij kregen 3 kinderen

  • 1922, Trijntje
  • 1925, Fintje
  • 1937, Harmen

Jan Harmen en Antje Witzenburg – van der Meer met hun kinderen Trijntje, Fintje en Harmen [collectie A. A. Reitsma]

Bronnen:

Weet u meer over Landlust, hebt u foto’s of ander materiaal? Wilt u dan helpen om deze geschiedenis ook completer te maken. En reageer op deze ‘post’.

Ondergedoken in Kollum …

Wij zijn op zoek met een vriendin naar informatie over de oorlogsjaren van Hendrik Harm Koets en Maarten v.d. Bij die ondergedoken zaten bij de familie v.d. Bij, Voorstraat 2, Kollum. Beide mannen waren ontsnapt uit een gevangenentransport vanuit de Blokhuispoort, Leeuwarden naar Port Natal, Assen ergens eind 1944 / begin 1945. Ondergedoken op Voorstraat 2, Kollum hebben ze een indrukwekkende begrafenis stoet voorbij zien komen op 2 februari 1945 in aanwezigheid van hoge Duitse militairen.


 


TRESOAR reageerde: Ik heb de volgende gegevens in de inschrijfregisters van de gevangenis te Leeuwarden gevonden.

Gevangeniswezen Leeuwarden: Hendrik Harm Koets, geboren op 23 december 1917 te Bellingwolde. Veroordeeld op 20 oktober 1944, op last van/door Sicherheitspolizei, Einsatzkommando te Leeuwarden ingesloten op 20 oktober 1944, Ter beschikking van de Opperwachtmeester Meekhof op 5 november 1944. Opm.: Doortrekkend

Gevangeniswezen Leeuwarden 1943: Marten Jan van der Bij, geboren op 2 oktober 1919 te Kollumerland. Ingesloten op 26 januari 1943 wegens overtreding artikel 8. Distributieregelingsbeschikking op last van Wachtmeester der marechaussee te Buitenpost, als zodanig hulpofficier van justitie. Uitgeschreven op 26 januari 1943

Bronnen:

  • Toegang 50-02, inventarisnummer 88,
  • Gevangeniswezen supplement, Huis van Bewaring
  • Register van inschrijving voor voorlopig aangehoudenen, 1940-1955

Nieuwsblad van Friesland, 14 februari 1945

De begrafenisstoet die de beide mannen zagen, is waarschijnlijk de begrafenis geweest van Jan Feitsma  [Kollum, 22 januari 1884 – Amsterdam, 2 februari 1945] was een Nederlands NSB’er en procureur-generaal in Amsterdam. Hij werd op straat door een verzetsman op een fiets doodgeschoten. Zijn jongere broer Gerben Feitsma was tijdens de oorlogsjaren NSB-burgemeester in Kollumerland en Nieuw Kruisland.

Als represaille voor de aanslag schoten de Duitsers bij de fusilladeplaats Rozenoord aan de Amsteldijk op 7 februari vijf Amsterdammers dood, waaronder twee leden van de rechterlijke macht.


Weet u meer over Hendrik Harm Koets en Marten Jan van der Bij, hebt u foto’s of ander materiaal? Wilt u dan helpen om deze geschiedenis ook completer te maken. En reageer op deze ‘post’.