hystoblog

Home » Westergeest » De Stroobossertrekvaart

De Stroobossertrekvaart

De Stroobossertrekvaart wordt ook wel de Dokkumer Trekvaart genoemd. Het loopt van Dokkum naar Gerkesklooster en Stroobos, waar hij aansluit op het Prinses
Margrietkanaal en het Van Starkenborghkanaal.

In de jaren 1654 – 1656 gaf het stadbestuur van Dokkum de opdracht om de trekvaart, zoals de vaart in de volksmond heet, te graven. De stad wilde daardoor een betere waterverbinding maken met de stad Groningen. Op die manier wilde het bestuur meer scheepvaart naar Dokkum halen. Naast het kanaal werd een pad aangelegd. Een zogenaamd jaagpad waarop de paarden konden lopen die de trekschuit moesten trekken.

De trekvaart en trekweg sneden het oude Lykpaad door midden. Het Lykpaad komt vanuit de Dôlle en loopt richting de kerk. Na de aanleg werd daarom de Dorps- of Lijkwegstille over de Trekvaart gelegd. Deze brug, die ook wel Hammerbrug of Hammerstille werd genoemd, wordt in 1660 genoemd. Later is deze brug vervangen door de Kalkhúsbrêge en de brug bij de Bûnte Hûn.

De Trekvaart heeft Dokkum niet de voorgestelde, bloeiende economische verbetering gebracht: erger nog, na de aanleg van de vaart ging de stad failliet. Het kanaal kwam toen in handen van een aantal schuldeisers, die daarna tol gingen heffen om de gemaakte kosten er weer uit te kunnen halen.

Onder de rook van Westergeest werden tolhuizen gebouwd bij Oostwoud en Oudwoude.

1665 – admiraal Michiel Adriaenszoon de Ruyter [* 1607 – † 1676] passeert de Trekvaart richting Dokkum

Op 18 november 1880 plaatste Willem Johannes Algra, schipper te Oudwoude, onderstaande advertentie in de Leeuwarder Courant. Hij zal voortaan alleen op de woensdagen met zijn trekschuit een vaardienst onderhouden tussen Oudwoude [Huisternoord] en Dokkum v.v. Er was op Kalkhuis te Westergeest gelegenheid “tot het in- en uitlaten van Reizigers”. De trekschuit van Algra was ingericht om 15 personen en goederen te vervoeren in een vastgesteld vaarschema: hij vertrok om 08.30 uur van Huisternoord en arriveerde dan om 09.00 uur op Kalkhuis. Na nog een tussenstop bij het Driesumer Tolhuis kwam hij dan om 10.45 uur te Dokkum aan.

Bekende pleisterplaatsen bij de Bûnte Hûn waren de herberg “Veldzicht”, herberg “De Bûnte Hûn” en dan bij de brug herberg “De Trije Romers” van de de familie Wiersma. De naam stond geschreven op een uithangbord aan de zuidgevel van de woning, waar veel ‘petjagers’ even een rustpunt konden vinden.

advertentie W. J. Algra


Deze post maakt deel uit van de QR-kuier


Plaats een reactie